poussière. Oter ce cache lorsque l 'installation est terminée, avant de
commencer les tests.
Tous les détecteurs de fumée doivent être testés sur place au moins
une fois par an ou selon les réglementations locales afin de s'assurer
que la fumée entre bien dans la chambre et du niveau de
déclenchement de l'alarme. Si l'on utilise un aérosol de fumée, il faut
suivre soigneusement les recommandations du fabriquant afin de ne
pas détériorer le détecteur.
Le test des détecteurs thermiques peut se faire à l'aide d'un outil du
type sèche cheveux placé à 10-25 cm de la tête. Faire attention à ne
pas faire fondre le boîtier plastique.
M
AINTENANCE ET NETTOYAGE
La chambre d'analyse des détecteurs optiques de la série 2000
s'enlève facilement pour permettre un nettoyage et un entretien facile
(fig.
). Chaque fois que le diagnostics indique qu'un nettoyage est
nécessaire, il faut enlever le couvercle du détecteur photo-électrique
et jeter la chambre optique (fig.
Chambre optique remplaçable). Il s'agit ensuite replacer une nouvelle
chambre optique et de replacer le couvercle puis vérifier la sensibilité.
Installatie & Service Instructies
Klasse A (ring) bedradingschema (zie Figuur
(steek) bedradingsschema (zie Figuur
Brandmeldcentrale;
Aarde aansluiting;
Isolator;
Laatste detector;
( aanbevolen ); A. A -zijde lus; B. B -zijde lus.
Nota's
-
Detectoren zijn niet afhankelijk van de polariteit, de
kortsluitisolatoren wel!
-
Neem de polariteit in acht bij remote alarm LED.
-
Kabelafscherming is optioneel, maar niet noodzakelijk voor de
detector.
D
E LOKATIE EN PLAATSING
In het algemeen worden, indien mogelijk, rookdetectoren geplaatst
dicht bij het middelpunt van het plafond in de kamer of hall.
Detectoren moeten minimaal 100 mm uit de wand geplaatst worden.
Wanneer de detector op de muur wordt geplaatst, dan dient dit 100
tot 300 mm onder het plafond te gebeuren.
Wanneer meer dan 1 detector noodzakelijk is, mogen bij een glad
plafond de detectoren max. 9 meter uit elkaar zitten. Afwijkende
maten mogen gehanteerd worden afhankelijk van plafondhoogte,
luchtsnelheid en andere omstandigheden. Dit volgens de geldende
voorschriften.
W
GEEN
AAR
ROOKMELDERS PLAATSEN
Eén van de hoofdoorzaken voor vals alarm is een slechte
melderplaatsing. Vermijd plaatsing te dicht bij een open haard,
fornuis of waar rookontwikkeling optreedt. Ook garages en
ovenruimtes zijn slechte lokaties vanwege de vebrandingsgassen.
Het plaatsen van detectoren te dicht bij een badkamer kan bij het
vrijkomen van stoom problemen geven.
I
NSTELLEN VAN HET ADRES
Het instellen van het adres (zie fig.
twee draaischakelaars op de bodem van de sensor met behulp van
een schroefdraaier. Gebruik de linkse schakelaar (0 tot 12) voor de
tien- en voor de honderdtallen, de rechtse schakelaar voor de
eenheden van 0 tot 9.
M
ONTAGE
Om de detector te monteren druk je hem eenvoudig op de juiste
plaats in de sokkel en draai hem 15° met de klok mee (fig.
L
VOOR
ET
MONTAGE OP HET BLOKKEERMECHANISME
Iedere
universele
2000
blokkeermechanisme. Dit om niet geautoriseerde melderverwijdering
te voorkomen (fig.
). Wanneer u de detector in de sokkel wilt
blokkeren, verwijder dan de plastic lip in de sokkel voor het plaatsen
van de melder. Om de melder daarna te verwijderen, steek een
kleine schroevendraaier in het gaatje aan de zijkant van de melder en
draai de melder gelijktijdig tegen de klok in (fig.
2000 Series installation manual
:
Capot du détecteur ;
) en Klasse B
)
Eerste detector
Neven indicator;
Afscherming
) gebeurt door het zetten van de
serie
sokkel
is
voorzien
).
T
ESTEN VAN DE INSTALLATIE
Nadat alle aansluitingen zijn gemaakt en de bekabeling is
gecontroleerd, mag geen alarmmelding of foutmelding ontstaan. Zo
ja, onderzoek van welke detector dit komt, of dat hij het correcte
adres en type heeft.
T
ESTEN VAN IEDERE DETECTOR
Alle 2000 serie detectoren worden verzonden met een plastic
stofkap, dit om stof tijdens eventuele bouwwerkzaamheden buiten de
melder te houden. Rookdetectoren werken niet met de stofkap.
Verwijder de kap als de installatie voltooid is alvorens te testen.
Iedere rookdetector dient op lokatie minstens eenmaal per jaar, of
volgens de voorschriften, getest te worden om er verzekerd van te
zijn dat rook in de rookkamer komt en dit ook een alarm tot gevolg
heeft. Wanneer aerosol wordt gebruikt, volg dan zorgvuldig de
instruktie van de leverancier op, dit om schade aan de melder te
voorkomen.
Test deze detectoren d.m.v. een föhn gericht op een afstand van 15 –
25 cm vanaf de detector.
O
NDERHOUD EN REINIGEN
De rookkamer van de 2000 serie optische rookdetector is
uitneembaar voor eenvoudige reiniging en service op lokatie (fig.
Als de diagnostiek aangeeft dat reiniging noodzakelijk is, verwijder
dan de kap van de detector, neem het optische blok uit en gooi dit
weg (fig.
:
het optische deel op de print en plaats een nieuw optisch blok. Zet de
kap terug op de detector en controleer opnieuw de gevoeligheid
d.m.v. de gevoeligheid.
Installations- & Serviceanleitung
Klasse A ring verdrahtung (siehe bild
Klasse B stich verdrahtung (siehe bild
Brandmeldzntrale;
Letzter Melder;
empfohlen; A. Ring Ausgang / Stichleitung; B. Ring Eingang.
Hinweis
Melder sind nicht polaritätsbhängig, Isolatoren sind
polaritätsabhängig!
Die Polarität muß bei Anschaltung von Fernanzeigen beachet
werden.
A
BSCHIRMUNG EMPFOHLEN ABER NICHT ERFORDRLICH
P
ROJEKTIERUNG
Idealerweise sollten Brandmelder für die Deckenmontage an der
Deckenmitte eines Raumes oder Halle installiert werden, wenn dies
möglich ist. Die Melder sollten mit einem Mindestabstand von 100
mm zu jeder Wand installiert werden. Werden Brandmelder an der
Wand installiert, sollte der Abstand zur Decke ca. 100-300 mm
betragen.
Werden mehrere Brandmelder in einem Raum benötigt, sollte der
Melderabstand
Melderabstände
Luftströmungen,
Anprechbedingungen in Frage kommen. Die jeweilig gültigen
Planungsrichtlinien (VdS, BVD, etc.) sind grundsätziich zu beachten.
W
R
O SOLLTEN
Einer der Hauptgründe für vermeidbare Falschmeldungen besteht in
der falschen Projektierung von Brandmeldern. Vermeiden Sie die
Montage von Brandmeldern in der Nähe von Küchen und offenen
Kaminen wo eine Rauchentwicklung entstehen kann. Garagen und
Heizungsräume sind auf Grund der Abgasentwicklung ungeeignete
).
Montageorte. Weiterhin ist die Montage von Brandmeldern in der
Nähe von Badezimmern oder Duschen (Wasserdämpfe) ebenfalls
ungeeignet.
van
een
A
DRESSIERUNG
Um die Melderadresse einzustellen (siehe Bild
einen Schraubendreher um die beiden Drehschalter auf der
Rückseite zu justieren. Stellen Sie den linken Drehschalter (0 bis 12)
für die Zehner und Hunderter Stelle und den rechten Drehschalter für
die Ziffern Null bis Neun ein.
Detector kap;
vervangbaar optisch blok). Reinig
Erde;
Erster Melder;
Parallelanzeige;
Abschirmung: dringend
bei
ebener
Decke
9
können
je
nach
projektspezifischen
NICHT
AUCHMELDET
INSTALLIERT WERDEN
).
) und
)
Isolator;
B
RANDMELDER
m
betragen.
Andere
Deckenhöhe,
starken
Bedingungen
oder
?
), benutzen Sie
3