Zagen
Het toestel is niet geschikt voor het zagen.
Vastkomen
Mocht het snijmes wegens te dichte vegetatie
blokkeren dient u meteen de motor stil te leggen.
Ontdoe het toestel van gras en struikgewassen
voordat u het opnieuw in werking zet.
Vermijden van terugstoot
Bij het werken met het snijmes bestaat gevaar
voor terugstoot als het een vaste hindernis
(boomstam, tak, boomstomp, steen of dergelijks)
raakt. Het toestel springt daarbij terug tegen de
draairichting van het gereedschap in. Dit kan
ertoe leiden dat u de controle over het toestel
verliest. Gebruik het snijmes niet in de buurt van
omheiningen, metalen palen, grenspalen of fun-
deringen.
Om dichte stengels te snijden plaatst u die zoals
getoond in fi g. 30 om een terugstoot te voorko-
men.
9. Onderhoud
Zet voor begin van onderhoudswerkzaamheden
steeds de motor van het toestel af en trek de bou-
giestekker (13) eraf.
9.1 Vervangen van draadspoel/snijdraad
1. De draadspoel (3) demonteren zoals be-
schreven in hoofdstuk 5.6. De spoel samen-
drukken (fi g. 35) en één helft van de behui-
zing wegnemen (fi g. 36).
2. Spoelcilinder (K) uit de behuizing van de
draadspoel verwijderen (fi g. 37).
3. Verwijder de eventueel nog aanwezig zijnde
snijdraad.
4. De nieuwe snijdraad in het midden samen-
leggen en de ontstane lus vasthaken in de
uitsparing van de draadplaat. (fi g. 38)
5. Draad onder spanning tegen de richting van
de wijzers van de klok in opwinden. De draad-
verdeelplaat scheidt daarbij de beide helften
van de snijdraad. (fi g. 39)
6. De laatste 15 cm van de beide draadeinden
in de tegenoverliggende draadhouders van
de spoelcilinder vasthaken. (fi g. 40)
7. De beide draadeinden doorheen de metalen
ogen in de behuizing van de draadspoel lei-
den (fi g. 36).
8. Spoelcilinder de behuizing van de draadspoel
in drukken (fi g. 36).
Anl_GE_BC_43_AS_SPK9.indb 115
Anl_GE_BC_43_AS_SPK9.indb 115
NL
9. Trek fl ink met een ruk aan de beide draadein-
den om die uit de draadhouders los te maken.
10. Voeg beide helften van de behuizing opnieuw
bijeen.
11. Overtollige draad op ca. 13 cm inkorten.
Daardoor zal de motor bij het starten en op-
warmen minder zwaar worden belast.
12. Draadspoel hermonteren (zie alinea 5.6). Als
de complete draadspoel wordt vernieuwd
slaat u de punten 3 tot 6 over.
9.2 Slijpen van het mes van de beschermkap
Het mes van de beschermkap kan mettertijd
bot worden. Mocht u dit vaststellen, draait u de
schroeven los waarmee het mes van de be-
schermkap op de beschermkap is bevestigd. Zet
het mes in een bankschroef vast. Slijp het mes
met een platte vijl en let er goed op dat u de hoek
van de snijkant niet verandert. Vijl enkel in één
richting.
9.3 Onderhoud van de luchtfi lter (fi g. 31-33)
Door verontreinigde luchtfi lters gaat het motor-
vermogen achteruit omdat te weinig lucht naar de
carburator wordt toegevoerd. Regelmatige contro-
le is dan ook absoluut noodzakelijk. De luchtfi lter
(T) dient om de 25 bedrijfsuren te worden gecont-
roleerd en, indien nodig, schoongemaakt. Bij zeer
stoffi ge lucht dient de luchtfi lter vaker te worden
gecontroleerd.
1. Verwijder het luchtfi lterdeksel (fi g. 31-32).
2. Neem er de luchtfi lter (fi g. 33) uit.
3. Maak de luchtfi lter door uitkloppen of uitbla-
zen schoon.
4. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Let op: Luchtfi lter nooit met benzine of brandbare
oplosmiddelen schoonmaken.
9.4 Onderhoud van de bougie (fi g. 34)
Vonkafstand van de bougie = 0,6 mm. Haal de
bougie met 12 tot 15 Nm aan. Controleer de bou-
gie voor het eerst na 10 bedrijfsuren op vervuiling
en reinig haar, indien nodig, m.b.v. een koperen
draadborstel. Daarna de bougie om de 50 bedrijf-
suren onderhouden.
1.
Trek er de bougiestekker (pos. 13) af.
2. Verwijder de bougie (fi g. 34) m.b.v. het bijga-
ande multifunctionele gereedschap (27).
3. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
- 115 -
29.05.2019 08:16:52
29.05.2019 08:16:52