6 Veiligheidsinstructies voor alle
zagen/Zaagproces
a
GEVAAR: Kom met uw handen
niet in het zaagbereik en aan
het zaagblad. Houd met uw tweede
hand de extra handgreep of het
motorhuis vast. Wanneer beide han
den de zaag vasthouden, kunnen
deze door het zaagblad niet verwond
worden.
b Grijp niet onder het werkstuk. De
beschermkap kan u onder het werkstuk
niet beschermen tegen het zaagblad.
c Pas de snijdiepte aan de dikte van
het werkstuk aan. Het dient minder
dan één volledige tandhoogte onder
het werkstuk zichtbaar te zijn.
d Houd het te zagen werkstuk nooit
in de hand of boven het been vast.
Beveilig het werkstuk aan een sta
biele opname. Het is belangrijk, het
werkstuk goed te bevestigen om het
gevaar voor lichamelijk contact, het
klemmen van het zaagblad of controle
verlies tot een minimum te herleiden.
e Houd het elektrisch gereedschap
vast aan de geïsoleerde handgre
pen, wanneer u werkzaamheden
moet uitvoeren waarbij de boor/
beitel verborgen stroomleidingen
of de eigen voedingskabel kan
raken. Contact met een spanning-
voerende kabel heeft ook tot gevolg
dat de metalen onderdelen van het
elektrisch gereedschap onder span-
ning komen te staan en daardoor een
elektrische schok veroorzaken.
f Gebruik bij het langssnijden altijd
een aanslag of een rechte kantge
leider. Dit verbetert de snijnauwkeu
righeid en verkleint de mogelijkheid
dat het zaagblad klemt.
5453700-Handkreissaege_man.indd 59
5453700-Handkreissaege_man.indd 59
g Gebruik altijd zaagbladen van het
juiste formaat en met een passen
de opnameboring (bv. stervormig
of rond). Zaagbladen die niet bij de
montageonderdelen van de zaag pas
sen, lopen onrond en leiden tot het
verlies van de controle.
h Gebruik nooit beschadigde of ver
keerde zaagbladonderleg plaatjes of
schroeven. De zaagbladonderlegpla
tjes en –schroeven werden speciaal
voor uw zaag geconstrueerd, voor een
optimaal vermogen en voor bedrijfsze
kerheid.
7 Bijkomende veiligheidsinstructies
voor alle zagen
Terugslag – oorzaken en dienovereen
komstige veiligheidsinstructies:
• Bij een terugslag gaat het om de
plotse reactie ten gevolge van een
vasthakend, klemmend of verkeerd
uitgelijnd zaagblad die ertoe leidt dat
een ongecontroleerde zaag loskomt
en uit het werkstuk in de richting van
de bedieningspersoon beweegt;
• Wanneer het zaagblad in de zich
sluitende zaagspleet vast blijft zitten
of klem gaat zitten, blokkeert het en
slaat de motorkracht de zaag in de
richting van de bedieningspersoon
achteruit;
• Indien het zaagblad in de zaagsnede
verdraaid of verkeerd uitgelijnd wordt,
kunnen de tanden van de achterste
zaagbladkant in het oppervlak van
het werkstuk vast blijven zitten, waar
door het zaagblad uit de zaagspleet
beweegt en de zaag in de richting
van de bedieningspersoon achteruit
springt.
59
09.07.20 11:28
09.07.20 11:28