MS-400.qxd
24/06/03
Kies een goede vacuümbron, met ruim voldoende capaciteit, voor de aansluiting van de
vacuümslang aan het vacuüm-servo-apparaat. De meest gebruikelijke bron bevindt zich
direct aan de aanzuigbocht (zie
(zie
E 2). Gebruik geen vacuümstuurleidingen zoals bijvoorbeeld de vacuümleiding van
de stroomverdeler of de AGR-vacuümregelaar. Bij voertuigen met een afzonderlijke
vacuümpomp wordt aanbevolen de slang tussen de pomp en het terugslagventiel van de
vacuüm-rembekrachtiger aan te sluiten.
Voorzichtig! Uw cruise control is weliswaar met verschillende
veiligheidskenmerken uitgerust, maar toch kunnen deze het verdraaien of
inklemmen van de gaskabel of gasstang van het voertuig niet voorkomen.
Controleer de originele gaskabel of de originele gasstang handmatig en door
het gaspedaal in te trappen, om er zeker van te zijn, dat de gasstang of -kabel
adequaat functioneert en tijdens het gebruik niet ingeklemd raakt.
Mogelijkheid 1
Montage aan de aanwezige of extra gemonteerde gashendel. De bowdenkabel van de
MS-400 wordt hierbij via de draaibare bout bevestigd. Wordt het gaspedaal met de hand
bediend, dan glijdt de bowdenkabel van de MS-400 door de bout heen
(zie
F 1, F 3 EN F 4).
Mogelijkheid 2
Montage aan de aanwezige bowdenkabel.
De bowdenkabel van de MS-400 wordt hierbij met het klemmenblok bevestigd, dat vast
met de gaskabel verbonden is (zie
bediend, dan glijdt de bowdenkabel van de MS-400 door het klemmenblok.
Mogelijkheid 3
Sommige nieuwe typen voertuigen hebben geen gaskabel. Bij deze voertuigen is een
directe verbinding met het gaspedaal noodzakelijk. De beste montageplaats voor het
vacuüm-servo-apparaat is desondanks de motorruimte, omdat men anders te veel last
kan ondervinden van de werkende ventielen in de servo. De bowdenkabel van de MS-400
moet door het schutbord heen de cabine in geleid worden (zie
15:10
Page 158
Vacuümaansluiting
E 1) of tussen aanzuigbocht en rembekrachtiger
Bevestiging van de bowdenkabel
F 5, F 6 en F 7). Wordt het gaspedaal met de hand
158
F 1).