NEDERLANDS
Gebruiksaanwijzing vertaald uit het Duits
Deze instructiehandleiding verwijst naar de apparaten van de serie LR01
(zie identificatielabel).
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De planning en de productie van de inrichtingen van de besturings-
eenheden voor laadbruggen UDL 2 alsook de instructies in deze
handleiding beantwoorden volledig aan de geldende veiligheidsnor-
men. Desalniettemin kan een foutieve installatie ernstige verwondin-
gen veroorzaken bij de personen die aan de installatie werken of
deze gebruiken. Om die reden is het belangrijk dat tijdens de installa-
tie alle aanwijzingen van deze handleiding in acht worden genomen.
Ga niet door met de installatie in geval van twijfel, van welke
aard ook, en neem indien noodzakelijk contact op met de
technische service.
WERK VEILIG!
LET OP! – Voor de veiligheid van personen is het belangrijk
dat deze aanwijzingen in acht worden genomen.
LET OP! - Bewaar de instructies die belangrijk zijn voor de
veiligheid met de nodige zorg.
Volg zorgvuldig de volgende aanwijzingen op.
– Voer uitsluitend de elektrische aansluitingen uit die in deze
handleiding beschreven zijn: verkeerde aansluitingen kun-
nen ernstige schade aan de installatie veroorzaken.
– Indien de meegeleverde voedingskabel buiten wordt ge-
bruikt, moet hij volledig worden beschermd met een speci-
ale beschermingsbuis.
Rekening houdend met de risico's die aan de installatie en de
bediening van het systeem verbonden zijn, moet het product
met inachtneming van de volgende instructies worden geïn-
stalleerd:
– Breng aan de inrichtingen alleen de wijzigingen aan die beschreven
worden in deze handleiding. Iedere andere wijziging kan de wer-
king nadelig beïnvloeden. De fabrikant wijst alle verantwoordelijk-
heid af voor eventuele schade veroorzaakt door willekeurig aan de
inrichtingen aangebrachte wijzigingen.
– Plaats de inrichtingen niet in de buurt van warmtebronnen of open
vuur. Dit kan storingen, brand en andere gevaren veroorzaken.
– Tijdens de installatie mogen de inrichtingen niet worden onderge-
dompeld in water of in andere vloeistoffen. Vermijd dat vloeistoffen
de apparaten binnendringen.
– Het verpakkingsmateriaal moet strikt volgens de geldende normen
ter zake verwerkt worden.
LET OP! – Bewaar deze handleiding met de nodige zorg om in de
toekomst de afvalverwerking van en het onderhoud aan de inrichtin-
gen te vergemakkelijken.
2 – Nederlands
KENNIS VAN HET SYSTEEM EN VOORBEREIDING
VAN DE INSTALLATIE
Omschrijving en gebruik
UDL 2 is een centrale voor de besturing van laadbruggen met uit-
schuifbare of uitklapbare laadklep, en voor de besturing van een
voertuigstalling (shelter) met extra module. De besturingseenheid
wordt voorzien van het juiste programma in functie van het eerder
gekozen laadbrugtype. De programma's worden in de handleiding
aangeduid met de letter P, gevolgd door een nummer. Meer informa-
tie is verkrijgbaar op aanvraag.
Alle gebruikelijke veiligheidselementen kunnen worden aangesloten.
Met behulp van een personalisatiemodule [PEEP] zijn overige opties
mogelijk.
U kunt de laadbrug activeren door gewoon de desbetreffende knop
op de besturingseenheid in te drukken.
In combinatie met de besturingseenheid voor de deur D-Pro Auto-
matic kunnen industriële poorten zoals rolluiken, sectionaalpoorten
en vouwpoorten worden aangestuurd.
Ieder ander gebruik wordt als oneigenlijk beschouwd! De
fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af voor eventuele
schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van de verschil-
lende inrichtingen van het systeem dat niet conform is met de
beschrijvingen in deze handleiding.
De installateur van de installatie is verantwoordelijk voor de com-
plete installatie. Hij moet zorgen dat de geldende normen en richtlij-
nen nagekomen worden (bijv. DIN 1986, EN 12050, EN 1398). Hij is
verantwoordelijk voor het opstellen van de technische documentatie
van de volledige installatie, die samen met de installatie overhandigd
moet worden.
Hij moet verplicht de plaatselijke en nationale bepalingen en
wetten met betrekking tot de installatie, ongevallenpreventie
en de veiligheid op de werkplaats in acht nemen.
Sluit de installatie af van de elektrische voeding tijdens werk-
zaamheden aan de laadbrug of aan de poort.
Controles vóór de installatie
Lees deze instructies voor montage en gebruik aandachtig door,
voordat u met de installatie van de besturingseenheid begint.
De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid en garantieverplichting af
indien er eventuele willekeurige wijzigingen aan de constructie zijn
aangebracht zonder schriftelijke toestemming vooraf of indien de in-
stallatie niet conform de montage-instructies is uitgevoerd.
De fabrikant van de installatie moet zich ervan verzekeren dat de
EMC-richtlijnen, de laagspanningsrichtlijnen, de machinerichtlijnen
en de richtlijnen betreffende bouwproducten in acht genomen wor-
den.
LET OP!
De besturingseenheid mag niet in ontploffingsgevaarlijke omgevin-
gen worden gebruikt.
LET OP!
Sluit de voedingskabel aan op de klem Y1a (L1, L2, L3), Y1c (N) en
op de PE-klem van de hoofdprintplaat.
De 3-polige hoofdschakelaar is aangesloten op de klemmen Y1b en
Y1c (L1, L2, L3).
De netwerkkabel moet ter plekke met 3x 16 A-zekeringen worden
beveiligd.
De zekering moet een zodanige waarde hebben dat de reductiemo-
tor bij een blokkering de zekering activeert.