Nederlands
Accu opladen
Bij de aflevering is de accu niet geheel
geladen.
Voor de eerste ingebruikneming moet
de accu volledig worden geladen.
Met behulp van de acculader laden
2
1
De acculader alleen in een afgesloten
en droge ruimte gebruiken bij een
omgevingstemperatuur 0 °C tot +40 °C.
N
De combischakelaar in stand
STOP-0 (h) plaatsen
N
DC-stekker (1) in de
laadcontactdoos (2) op het
apparaat aansluiten
N
Netsteker (3) in de volgens
voorschrift geïnstalleerde
contactdoos drukken – de
100
netspanning en de werkspanning
van de acculader moeten met
elkaar corresponderen
De laadprocedure start.
Laadtijd
10 minuten:
1 uur:
De laadtijd is afhankelijk van diverse
factoren, zoals de staat van de accu, de
omgevingstemperatuur, enz. en kan
daarom afwijken van de opgegeven
laadtijden.
N
Na het laden de netsteker uit de
contactdoos trekken
N
De DC-stekker uit de
laadcontactdoos van het apparaat
trekken
Met behulp van de laadkabel
12 V/24 V laden
3
De laadkabel 12 V/24 V is als speciaal
toebehoren leverbaar en dient voor het
laden van de accu via het boordnet
(12 V/24 V) in personenauto's en
vrachtwagens. Als contactdoos dient
bijv. de sigarettenaansteker.
Afhankelijk van het type auto kan de
laadkabel 12 V/24 V alleen bij
ingeschakeld contact worden gebruikt.
Zie hiervoor het instructieboekje van de
auto.
Het apparaat kan wor-
den gestart
De accu is volledig
geladen
2
1
4
De laadkabel 12 V/24 V alleen in een
droge omgeving bij
omgevingstemperaturen van 0 °C tot
+40 °C gebruiken.
N
De combischakelaar in stand
STOP-0 (h) plaatsen
N
DC-stekker (1) in de
laadcontactdoos (2) op het
apparaat aansluiten
N
De steker (3) in de
boordcontactdoos steken – de
boordnetspanning en de
werkspanning van de laadkabel
12 V/24 V moeten met elkaar
corresponderen
Aanwijzing: als de laadkabel 12 V/24 V
op een DIN 4165-boordcontactdoos
wordt aangesloten, moet de rode dop
door een draaiende beweging worden
verwijderd
3
FR 480 C