LaserLiner AutoCross-Laser 360 PowerBright Mode D'emploi page 18

AutoCross-Laser 360° PowerBright
Arbeidsposities: bevestig het bovendeel op de draaibare apparaatsokkel (4)
om het apparaat op een statief te fixeren of de verticale laser te positioneren.
Wanneer de laser dicht bij de grond moet lopen, verwijdert u het bovendeel
van de apparaatsokkel.
Optioneel: Werken met de
laserontvanger RX 51:
gebruik de laserontvanger RX 51 voor het nivelleren op
grote afstanden of bij intensief licht. Schakel in met de
toets D - het controlelampje brand.
BELANGRIJK: schakel de ACL 360° in de
handontvangermodus (toets 10). Nu pulseren de laser-
lijnen met een hoge frequentie (5 kHz) en de laserlijnen
worden donkerder. De laser ontvanger kan de laserlijnen
dankzij het pulseren tot max. 50 m registreren.
Beweeg nu het ontvangstveld (F) van de laserontvanger
door de laserlijnen omhoog en omlaag (horizontale
laserlijn) resp. naar opzij (verticale laserlijnen) totdat de
middelste LED (G) oplicht. Kenmerk nu de horizontale
resp. de verticale referentiemaat.
Stel de gevoeligheid van de laserontvanger in met
behulp van toets B. Groene LED (C) voor het werken
dichtbij tot max. 15 m, rode LED (C) voor het werken op
afstand tot max. 50 m. U kunt het geluid met de toets E
in- of uitschakelen.
Opmerking: om de maximale zichtbaarheid van de
laserlijn te verkrijgen, moet de handontvangermodus bij
de ACL 360° uitgeschakeld zijn (toets 10, controlelampje
15 uit). U kunt dan niet met de laserontvanger werken.
Opmerking: de lichtintensiteit van de laserlijnen is in het midden het
hoogst en neemt af naar de randen toe. Daardoor wordt tevens de maxi-
male reikwijdte van de laserontvanger veranderd: groene LED max. 7 – 15
m, rode LED max. 25 – 50 m. Daarom is het maximale ontvangstbereik van
de horizontale 360°-laserlijn rondom niet constant en wordt slechter bij de
lichtere plaatsen.
18 NEDERLANDS
A
B C
D E
F
G