nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
9
ALARMEN
BOOSTER APPLICATIE (de parameter bS is
geselecteerd, zie paragraaf 5.4.3)
Lijst van alarmen
N°
Beschrijving
A01
Zekering
F1
doorgebrand.
Lokaliseren van storingen:
Zekering 1 voor pomp 1 is doorgebrand.
Pomp 1 die getroffen is door de storing wordt van de
werking uitgesloten. Als de storing opgelost is wordt
de pomp automatisch weer ingeschakeld. Door het
doorbranden van de zekering wordt bij vraag
automatisch de andere pomp ingeschakeld.
Oorzaken/oplossingen:
De motor van pomp 1 is beschadigd en moet
vervangen worden.
De stroomkabel van de motor is defect of
versleten: vervang de kabel.
De condensator van de motor van pomp 1 is
beschadigd en moet vervangen worden.
N°
Beschrijving
A02
Zekering
F2
doorgebrand.
Lokaliseren van storingen:
Zekering 2 voor pomp 2 is doorgebrand.
Pomp 2 die getroffen is door de storing wordt van de
werking uitgesloten. Als de storing opgelost is wordt
de pomp automatisch weer ingeschakeld. Door het
doorbranden van de zekering wordt bij vraag
automatisch de andere pomp ingeschakeld.
Oorzaken/oplossingen:
De motor van pomp 2 is beschadigd en moet
vervangen worden.
De stroomkabel van de motor is defect of
versleten: vervang de kabel.
De condensator van de motor van pomp 2 is
beschadigd en moet vervangen worden.
N°
Beschrijving
A05
De sensor is defect. Het alarm
wordt niet beheerd in de
handmatige modus.
Lokaliseren van storingen:
Het signaal is beneden de minimum waarde van 3,8
mA. In geval van een alarm worden alle pompen
gestopt. Het alarm zal verschijnen als het signaal
beneden 3,8mA is en wordt alleen beheerd als de
sensor wordt gebruikt (c03=2).
Het alarm is uitgesloten in de handmatige modus.
Oorzaken/oplossingen:
Controleer of de sensor en de stekkerverbinding
aangesloten is.
202
Reset
pomp
1
Auto
Reset
pomp
2
Auto
Reset
Auto
Doe de afdekking open en controleer of het
stroomsnoer van de sensor aangesloten is en
stevig bevestigd is aan de aansluitklemmen. Zie
figuur 6,
7
en 9.
Controleer of de kabel van de sensor goed
aangesloten is. Zie figuur 6,
De stroomkabel van de sensor is beschadigd:
vervang de kabel.
De plastic stekkerverbinding is beschadigd:
vervang de stekkerverbinding.
Vervang de defecte sensor.
N°
Beschrijving
A24
Auto-test pomp 1 mislukt
Lokaliseren van storingen:
De automatische test van pomp 1 is mislukt. De test
is
gestopt
door
membraandrukschakelaar die aangesloten is op D
IN PROG (c38=1). De druk aan de perszijde bereikt
de instelling van de drukschakelaar.
Oorzaken/oplossingen
De pomp (waaier of diffuser) is beschadigd.
Neem contact op met de technische service.
De motor van pomp 1 draait niet:
o
Hij is beschadigd en moet vervangen
worden.
Neem
technische service.
o
De thermische beveiliging in de motor is
gebrekkig of defect.
o
De condensator is beschadigd.
N°
Beschrijving
A25
Auto-test pomp 2 mislukt
Lokaliseren van storingen:
De automatische test van pomp 2 is mislukt. De test
is
gestopt
door
membraandrukschakelaar die aangesloten is op D
IN PROG (c38=1). De druk aan de perszijde bereikt
de instelling van de drukschakelaar.
Oorzaken/oplossingen
De pomp (waaier of diffuser) is beschadigd.
Neem contact op met de technische service.
De motor draait niet:
o
Hij is beschadigd en moet vervangen
worden.
Neem
technische service.
o
De thermische beveiliging in de motor is
gebrekkig of defect.
o
De condensator is beschadigd.
N°
Beschrijving
A36
Hoog drukalarm
Lokaliseren van storingen:
De drukwaarde heeft de ingestelde waarde van de
hoge drukschakelaar P MAX bereikt.
Alle pompen worden gestopt.
Het alarm is uitgesloten in de handmatige modus.
7
en 9.
Reset
Auto
inschakeling
van
contact
op
met
Reset
Auto
inschakeling
van
contact
op
met
Reset
Auto
de
de
de
de