Continu meting (plaatsbepaling)
De functie voor continu meting (plaatsbepaling) wordt gebruikt voor het omzetten van metin-
gen uit bijvoorbeeld bouwplannen. In deze modus kan het meetapparaat relatief t.o.v. het
doel worden verplaatst en de gemeten waarde wordt hierbij ongeveer om de 0,5 seconden op
de weergave geactualiseerd.
De gebruiker kan bijvoorbeeld de afstand tussen het apparaat en een muur meten en vervol-
gens van de muur weg lopen terwijl de actuele afstand op het display wordt aangegeven; de
gebruiker ziet zo wanneer de correcte afstand is bereikt.
1.
Druk op de Modus-knop 4 om naar de modus voor eenvoudige afstandsmeting te gaan.
Als het apparaat in een andere modus staat, drukt u op de wis-/pijl-knop om weer naar
de modus voor eenvoudige afstandsmeting te gaan.
2. Houd de Read-knop gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt om de modus voor conti-
nu meten te activeren.
3. Verplaats het apparaat net zolang totdat de gewenste
afstandswaarde onder op het display verschijnt.
4. Om de meting te ondebreken, drukt u op de Read-
knop. De actuele meetwaarde wordt op de onderste
regel van het display weergegeven. De minimale en
maximale waarde worden op de eerste en tweede
regel van het display weergegeven (afb. 24).
5. Druk nogmaals op de Read-knop om een nieuwe conti-
nu meting te starten.
Minimum/Maximum-meting
Met deze functie kan de gebruiker de minimale of maximale afstand vanaf een vast refe-
rentiepunt berekenen. Dit wordt meestal gebruikt voor bepalen van diagonale afstanden
(maximale waarden), horizontale of verticale afstanden (minimale waarden). De functie kan
in de modi oppervlakken, volume, pythagoras-functie en eenvoudige afstandsmeting worden
gebruikt. De Min/Max-functie helpt bij het corrigeren van meetafwijkingen door niet correct
vasthouden van het apparaat of incorrect mikken op het doelpunt. Deze functie draagt bij aan
de correcte berekening van oppervlakken, volumes en indirecte lengtes.
1.
Druk op de Modus-knop 4 om naar de modus voor oppervlakken, volumes of pythagoras-
functiemeting te gaan.
2. Om de Min/Max-functie toe te passen, drukt u op de Min/Max-knop 8.
3. U schakelt de laser in via de Read-knop; vervolgens mikt u de laserstraal op het te meten
doelpunt en drukt u nogmaals op de knop om de Minimum- of Maximum-meting te star-
ten.
4. Verplaats de laser langzaam naar links en rechts of naar boven en onderen op het doel-
punt.
5. Om de Min/Max-meting te onderbreken, drukt u op de Read-knop; de minimale of maxi-
male waarde wordt op desbetreffende regel van het display als exacte lengte voor de
berekening aangegeven.
33
Afb. 24