6. Bodemplaat-verw.
Selecteer of een onderplaat-verwarming is geïnstalleerd of niet.
Als Ja is ingesteld, selecteer dan of verwarming A of B wordt gebruikt.
A: Schakelt de verwarming alleen in bij de stand ontdooien.
B: Schakelt de verwarming in als de unit in de stand verwarmen staat.
7. Alternatieve buitensensor
Stel Ja in als de buitensensor is geïnstalleerd.
Besturing door de optionele buitensensor zonder de buitensensor van de
warmtepompunit af te lezen.
8. Bivalente aansluiting
Stel dit in als de warmtepomp wordt gekoppeld met een boiler.
Sluit het startsignaal van de boiler aan op het aansluitblok van de boiler (hoofdprintplaat).
Stel bivalente aansluiting in op JA.
Voer daarna de instelling uit in overeenstemming met de instructies op de
afstandsbediening.
Het boiler-icoon wordt in het bovenste scherm van de afstandsbediening weergegeven.
Er zijn 3 verschillende standen voor de boilerfunctie. De werking van elke stand wordt hieronder weergegeven.
1 Alternatief (schakelt naar boilerfunctie als de temperatuur onder de ingestelde waarde zakt)
2 Gelijktijdig (schakelt boilerfunctie tevens in als de temperatuur onder de ingestelde waarde zakt)
3 Geavanceerd gelijktijdig (mogelijkheid voor een kleine vertragingstijd voor de boilerfunctie t.o.v. gelijktijdige stand).
Als de boilerfunctie "AAN" staat, het "boilercontact" is "AAN", dan zal "_"(underscore) onder het boiler-icoon worden weergegeven.
Stel de streeftemperatuur van de boiler in op dezelfde temperatuur als van de warmtepomp.
Als de boilertemperatuur hoger is dan de temperatuur van de warmtepomp kan er zonder installatie van een mengklep geen
zonetemperatuur worden bereikt.
Hiermee kan alleen een signaal worden verzonden om de boilerfunctie te regelen. Instelling van de werking van de boiler moet onder
verantwoordelijkheid van de installateur gebeuren.
Stand Alternatief
alleen werking boiler
-10 °C (instelling met afstandsbediening)
Stand Geavanceerd gelijktijdig
Voor verwarming
gelijktijdige werking boiler
en warmtepomp
-10 °C (instelling met afstandsbediening)
Hoewel de warmtepomp werkt,
bereikt de watertemperatuur
deze temperatuur niet voor meer
dan 30 minuten (instelling met
afstandsbediening)
Temp. boiler AAN
Temp. boiler UIT =
= Instelling - 8 °C
(instelling met
afstandsbediening)
afstandsbediening)
In de stand geavanceerd gelijktijdig kunnen de instellingen voor
verwarming en tank gelijktijdig worden gemaakt. Tijdens de werking
in de stand "verwarming/tank" wordt telkens als de stand omschakelt
de uitgang van de boiler op UIT gezet. Zorg ervoor dat u goed de
besturingskenmerken van de boiler begrijpt om de optimale instelling
van het systeem te kunnen selecteren.
24
Fabrieksinstelling: Nee
Fabrieksinstelling: Nee
Fabrieksinstelling: Nee
alleen werking warmtepomp
alleen werking warmtepomp
Buitentemp.
EN
Temp. circulatiewater
Ingestelde
temp.
Instelling - 2 °C
(instelling met
Stand Gelijktijdig
gelijktijdige werking boiler
en warmtepomp
Buitentemp.
Voor warmtapwatertank
gelijktijdige werking boiler
en warmtepomp
Tanktemp.
Verlaging
Ingestelde
Tank-
opwarm-
temp.
temp.
Warm-
30 minuten (instelling
tepomp
met afstandsbediening)
Boiler
Systeeminstellingen
Aansluiting tank
Aansluiting buffertank
Tankverwarming
Bodemplaat-verw.
Select
Bevest.
Systeeminstellingen
Aansluiting buffertank
Tankverwarming
Bodemplaat-verw.
Alternatieve buitensensor
Select
Bevest.
Systeeminstellingen
Tankverwarming
Bodemplaat-verw.
Alternatieve buitensensor
Bivalente aansluiting
Select
Bevest.
alleen werking warmtepomp
-10 °C (instelling met afstandsbediening)
alleen werking warmtepomp
-10 °C (instelling met afstandsbediening)
EN
Als de werkelijke tanktemp.
de ingestelde temp.
niet binnen 30 minuten
Warmtepomp
bereikt (instelling met
thermostaat
afstandsbediening), dan
AAN
schakelt de boiler AAN
12:00am,Ma
12:00am,Ma
12:00am,Ma
Buitentemp.
Buitentemp.
Als de
tanktemp. is
bereikt, dan
stoppen beide
functies
Ingestelde
tanktemp.
tijd