5
Gebruik
Voor uw eigen veiligheid kunt u het beste voor het eerste gebruik
met de bosmaaier gaan oefenen. Controleer of er genoeg ruimte
is en maak u vertrouwd met de bedieningselementen.
Lees voor gebruik ook de aanwijzingen in het hoofdstuk vei-
ligheid (zie hoofdstuk 1).
Houd rekening met de wettelijke eisen voor wat betreft ge-
luidsoverlast, die regionaal kunnen verschillen.
5.1
Voor ingebruikname
Controleer voor ieder gebruik, of de veiligheidsvoorzieningen
niet beschadigd zijn en volledig functioneren (zie hoofdstuk
1.7: Veiligheidsvoorschriften). Bij een beschadiging of een
storing van een veiligheidsvoorziening is de veiligheid van de
machine niet gegarandeert en bestaat het gevaar voor verwi-
ondingen voor mens en dier. Ga dan z.s.m. naar een vakhan-
del met een service-werkplaats.
Controleer regelmatig of alle schroeven en moeren goed vast
zitten. Voor uw eigen veiligheid controleert u ook of het
maaimes er goed uitziet en dat het goed vast zit.
Het maaimechanisme kan door harde voorwerpen zoals
boomstommels, stenen etc. beschadigd raken. Het is dan
vaak uitwendig niet vast te stellen of de veiligheid van de
bosmaaier nog gewaarborgd is. Mocht u dit overkomen,
neemt u dan contact op met een vakhandel met een service-
werkplaats om uw bosmaaier na te laten kijken.
Onderzoek het te maaien gebieden vantevoren op vreemde
voorwerpen. Check de omgeving en verwijder obstakels.
5.2
Werken met de draadbol
5.2.1 Nylon draden verlengen
De draden laten zich half-automatisch verlengen. Zodra het
maaivermogen afneemt, of u merkt dat de draden korter zijn
geworden, drukt u het maaimechanisme tijdens het maaien kort op
een harde ondergrond. De knop aan de onderzijde wordt daardoor
PRESCOTT PFS 260 / PFS 330
Gebruik
DE
FR
NL
Bladzijde 31 van 42