Bedrijfsklaar maken
• Vóór inbedrijfstelling netsnoer (1) en stekker, evenals verlengsnoer op elektrische en mechanische bescha-
diging controleren.
• De basisinstelling van het lasmondstuk (9) wordt in de fabriek uitgevoerd
• Basisinstelling van het lasmondstuk (9) controleren
– De controle kan met mondstukkaliber (34) of volgens detail A en B plaatsvinden.
34
• Geleidingsstaaf met cilinderkopbouten (18) monteren.
– Onderste deel geleidingsstaaf (19) met greepschroef (24) en bovenste deel ge-
leidingsstaaf (20) met klemhefboom (21) in de gewenste positie brengen.
– Snoerontlasting van netsnoer (1) in houder (22) van de geleidingsstaaf of aan het
chassis bevestigen.
• Ballastgewicht (16) aanbrengen
(max. twee ballastgewichten)
Apparaat aan het lichtnet aansluiten. De nominale spanning die op het apparaat staat aangegeven,
230
moet overeenkomen met de netspanning.
400
Bij netuitval heteluchtventilator (8) in parkeerpositie brengen.
In positie brengen van het apparaat
• Het dekzeilmateriaal moet onder de overlapping en aan de boven- en onderzijde schoon zijn.
• Lasmondstuk (9), aandrukrol (11), omkeerrol (12) en ronde riem (23), evenals neerdrukker (13) moeten
schoon zijn.
• Wanneer de hetelucht-lasautomaat niet transportklaar is, moet het apparaat met de greep (27) van het heftoestel
worden opgeheven. De transportrollen (26) zijn nu in functie.
• Hetelucht-lasautomaat naar de lasplaats rollen.
• Met de greep (27) de hetelucht-lasautomaat tot op de laspositie laten zakken. De transportrollen (26) hebben
nu geen functie meer en zijn dus ontlast.
• Geleidingsrol (15) naar onder draaien
• Geleidingsrol (15) moet evenwijdig aan de aandrukrol (11) staan (detail C).
Transportklaar:
greep naar links
9
In laspositie:
greep naar rechts
27
26
detail A
1 mm
9
22
20
19
24
18
detail C
27
11
detail B
11
21
18
15
115