3. Reinig de sproeiarm onder stromend
water. Gebruik een smal en puntig
gereedschap, bijv. een tandenstoker,
om de vuildeeltjes uit de gaten te
verwijderen.
4. Om de sproeiarm weer aan de korf te
bevestigen, duwt u de sproeiarm
naar boven in de richting van de
lagere pijl en draait u hem
tegelijkertijd tegen de wijzers van de
klok in, zodat hij op zijn plek
vergrendelt.
12. PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking. Kijk voordat u contact opneemt
11.3 Buitenkant reinigen
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek.
• Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen.
• Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes of oplosmiddelen.
11.4 De binnenkant van de
machine reinigen
• Reinig het apparaat zorgvuldig,
inclusief de rubberen afdichting van
de deur, met een zachte, vochtige
doek.
• Als u regelmatig korte programma's
gebruikt dan kunnen er vetresten en
kalkaanslag achterblijven in het
apparaat. Om dit te voorkomen raden
we aan minstens 2 keer per maand
progamma's met een lange duur te
gebruiken.
• Om de prestaties van uw apparaat op
en top te houden raden we u aan
iedere maand een specifiek
schoonmaakproduct voor
vaatwasmachines te gebruiken. Volg
de instructies op de verpakking van
de producten zorgvuldig op.
NEDERLANDS
19