B
Beschrijving van de onderdelen
De wasmachine installeren
De wasmachine uitpakken
Pak uw wasmachine uit en controleer deze
op eventuele transportschade.
Controleer tevens of alle onderdelen zich in
de bijgevoegde tas bevinden.
Als de wasmachine tijdens het transport
schade heeft opgelopen of als er een onder-
deel ontbreekt, neem onmiddellijk contact
op met uw handelaar.
Het verpakkingsmateriaal weggooien
Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat
kan een gevaar opleveren voor kinderen.
Gooi het op een juiste manier weg en houd
het altijd uit de buurt van kinderen. Gooi het
verpakkingsmateriaal weg in overeenstem-
ming met de geldende lokale voorschriften.
Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg sa-
men met het gewone huisafval.
De transportbouten verwijderen (Figuur 1)
Voordat u deze wasmachine gebruikt, ver-
wijder de transportbouten aan de achter-
kant van het apparaat. Doe het volgende om
de bouten te verwijderen:
1.
Draai alle bouten los met behulp van de
sleutel en verwijder ze.
2.
Dek de gaten vervolgens af met de
transportdoppen.
3.
Bewaar de transportbouten in een ge-
paste plaats voor later gebruik.
Figuur 1
40
NL
Een geschikte plaats kiezen
Voordat u uw wasmachine plaatst, kies een
plaats die aan de volgende voorschriften vol-
doet:
•
Stevig, droog en vlak oppervlak (als het
oppervlak niet vlak is, stel het apparaat
waterpas door de figuur in onderstaan-
de sectie "de stelvoetjes afstellen" te
raadplegen).
•
Niet aan direct zonlicht is blootgesteld.
•
Voldoende is verlucht.
•
In een ruimte met een temperatuur ho-
ger dan 0 °C.
•
Uit de buurt van warmtebronnen, zoals
gasbranders of verwarmingstoestellen
op kolen.
Plaats de wasmachine niet op zijn snoer.
Installeer de wasmachine niet op een vloer
bedekt met tapijt /vloerbekleding
De stelvoetjes afstellen (Figuur 2)
1.
Voordat u de wasmachine op de ge-
wenste plaats installeert, controleer of
de stelvoetjes stevig aan het apparaat
zijn vastgemaakt. Als dit niet het geval
is, draai ze naar hun beginpositie met de
hand of de sleutel en draai de moeren
met de sleutel vast.
2.
Na het plaatsen van de wasmachine,
druk achtereenvolgend op elk van de
vier hoeken van het bovenvlak van de
wasmachine. Als de wasmachine tijdens
het duwen beweegt, is het nodig om de
stelvoetjes aan te passen.
Figuur 2
Beschrijving van de onderdelen
3.
Controleer de positie van de wasmachi-
ne. Schroef de moer met de sleutel los
en draai het stelvoetje met de hand tot-
dat het een goed contact met de vloer
maakt. Duw met uw ene hand op het
stelvoetje en draai de moer stevig op het
apparaat vast met uw andere hand.
4.
Eenmaal de stelvoetjes juist zijn vast-
gemaakt, druk nogmaals op de vier
hoeken om te controleren of het appa-
raat stabiel staat. Als het apparaat nog
steeds beweegt, herhaal stappen 2 en 3.
5.
Plaats een cilinder (bijv. een blikje) op de
tegenovergestelde zijden (links, rechts,
voor- en achteraan) van het bovenvlak
van de wasmachine. Als de cilinder niet
beweegt staat de wasmachine water-
pas. Als de cilinder rolt, geeft dit aan
dat de wasmachine niet waterpas staat.
De rolrichting geeft de kant aan waar de
vloer lager is. Stel de twee stelvoetjes
aan deze kant hoger af totdat de was-
machine waterpas staat. Voer stappen
1 tot 3 uit om de stelvoetjes een goed
contact met de vloer te laten maken en
draai de moeren vervolgens stevig vast.
De toevoerslang aansluiten (Figuur 3)
Sluit de toevoerslang aan zoals weergege-
ven in de figuur. Voor de modellen voorzien
van een toevoerklep voor warm water, sluit
deze op de warmwaterkraan aan. Het elek-
triciteitsverbruik neemt in bepaalde pro-
gramma's automatisch af.
Figuur 3
De toevoerslang bevestigen (Figuur 4)
1.
Sluit het koppelstuk aan op de kraan
door deze met de klok mee te draaien.
2.
Sluit het gebogen koppelstuk van de
toevoerslang aan op de toevoerklep aan
de achterkant van de wasmachine en
draai stevig vast door met de klok mee
te draaien.
Opmerkingen: eenmaal aangesloten en in-
dien er lekkage aanwezig is, voer de aan-
sluitprocedure voor de toevoerslang nog-
maals uit. Voor aansluiting op het water,
maak gebruik van de meeste courante soort
kraan. Als de kraan vierkant of te groot is,
vervang deze door een standaard kraan.
Doppen (Figuur 5)
Deze doppen dienen om de gaten aan de
achterkant van het apparaat af te dekken.
Figuur 4
Figuur 5
NL
B
41