GEBRUIKSAANWIJZINGEN
OPMERKING over de brandstof: hout
Voor een goede werking van de kachel mag enkel droog,
natuurlijk hout worden verbrand met een maximale vochti-
gheidsgraad van 20%. Hout krijgt de hoogste verbrandin-
gswaarde nadat het gedurende meer dan twee jaar op een
beschutte en droge plaats heeft kunnen drogen.
Het gebruik van droog hout vormt dus een belangrijke
besparing op de verwarmingskosten. Vochtig hout heeft
niet alleen een lage verbrandingswaarde, maar maakt de
kachel ook vuil.
Het is verboden synthetisch materiaal en afval te verbran-
den, onder andere omwille van de uitstoot ervan.
Opgelet: wanneer de kachel brandt worden sommige
onderdelen erg heet, kinderen moeten dus in het oog wor-
den gehouden.
Deze kachel is uitsluitend bedoeld om met gesloten deur te
branden. De warmte wordt zowel door straling als door
luchtstromen verspreid. De hittebestendige handschoen
gebruiken om de deur te openen en de kachel te bedienen
EERSTE KEER AANSTEKEN
Eventuele onaangename geuren of rook zijn het gevolg
van de verdamping of het drogen van bepaalde bij de pro-
ductie gebruikte stoffen. De geuren kunnen gedurende de
eerste dagen optreden, maar zullen geleidelijk aan ver-
dwijnen.
Volg onderstaande stappen:
leg papier met een kleine hoeveelheid klein en droog hout
in de haard opdat de vlam zo goed mogelijk kan branden.
De eerste ontsteking moet handmatig worden uitgevo-
erd. Verplaats hiervoor de A/M hendel naar rechts. Zowel
tijdens de handmatige als de automatische ontsteking moet
u de klep voor het aantrekken van lucht op het rookkanaal
(indien aanwezig) openen.
- Steek het papier aan en vul de vuurhaard met ongeveer de
helft van de aanbevolen hoeveelheid hout (zie pag. 45).
- Vul de vuurhaard met de normale hoeveelheid hout als de
vlammen lager branden en het hout goed gloeit (over-
schrijd om geen enkele reden de hoeveelheid die aangege-
ven is in de tabel op pag. 45)
- We raden u aan om (tijdens de manuele modaliteit) de
primaire luchtklep met de hendel (B1) gedeeltelijk af te
sluiten als het vuur te intens brand. (afb.A - rechts open,
links dicht). Sluit tevens de klep voor de aantrekking van
lucht op het rookkanaal.
De hendel (B1) kunt u ook als roosterschudder gebruiken.
- houd de deur altijd goed gesloten met behulp van de han-
dgreep onder de deur als u de haard aangestoken heeft
(afb. B).
Afb. A
Afb. B
47
N.B.: Nooit alcohol, benzine, kerosine of andere vloeibare
ontvlambare stoffen gebruiken om het vuur aan te steken.
Let er ook op dat u dergelijke producten ver van het vuur
bewaart. Geen aanmaakblokjes op basis van petroleum of
chemische stoffen gebruiken. Dat kan de wanden van de
haard namelijk ernstig beschadigen. Gebruik enkel natuur-
lijke aanmaakblokjes. Te vaak bijvullen (meer dan 3,5
kg/u) of te grote vlammen kunnen de haard beschadigen.
BRANDSTOF
U kunt voor de kachel het beste goed gedroogd beuken- of
berkenhout gebruiken. Elk hout heeft afwijkende eigen-
schappen die het verbrandingsrendement beïnvloeden. Het
nominale rendement in kW dat voor de kachel verklaard is
kan worden behaald door de juiste hoeveelheid hout de
verbranden. Zorg ervoor dat u niet teveel hout in de ver-
brandingskamer stopt.
Brandstof en calorisch vermogen
De verbranding is vanuit technisch oogpunt geoptimalise-
erd zowel wat het betreft ontwerp van de vuurhaard en de
bijbehorende luchttoevoer als de emissies.
We vragen u ons te helpen bij te dragen aan een schoon
milieu door de hieronder vermelde indicaties betreffende
het gebruik van brandstof die geen schadelijke stoffen
bevatten en produceren in acht te nemen.
Maak voor de verbranding uitsluitend gebruik van gedro-
ogd hout of houtblokjes. Vochtig, vers gehakt of verkeerd
opgeslagen hout bevat een grote hoeveelheid water en ver-
brandt dus slecht, produceert rook en weinig warmte.
Maak uitsluitend gebruik van hout dat minstens twee jaar
in een goed geluchte en droge omgeving heeft liggen dro-
gen. In dit geval is de hoeveelheid water in het hout klei-
ner dan 20% van het gewicht. Op deze wijze bespaart u
brandstof aangezien gedroogd hout een aanzienlijk groter
calorisch vermogen heeft.
Maak nooit gebruik van brandstoffen zoals benzine, alco-
hol of soortgelijke producten. Verbrand nooit vuil.
N.B. Gedroogd hout heeft een calorisch vermogen van
ongeveer 4 kWh/kg terwijl vers hout een calorisch vermo-
gen heeft van slechts 2 kWh/kg. Om hetzelfde calorisch
vermogen te behalen is dus tweemaal zoveel brandstof
nodig.
Hoeveelheid
water g/kg
hout
Zeer droog
100
2 jaar gedroogd
200
1 jaar gedroogd
350
Vers gehakt hout
500
LET OP: Als de vuurhaard gevoed wordt met teveel of een
verkeerd soort brandstof, dan kan het gevaar voor overver-
hitting ontstaan.
Calorisch
Groter
vermogen
houtverbruik
kWh/kg
in %
4,5
0
4
15
3
71
2,1
153