NEDERLANDS
Opgelet!
Beveilig het apparaat op de
plaats van gebruik zodat het niet kan
wegrollen.
6. Bedrijfsvoorbereiding
6.1
Elektrodelassen
Bij de voorbereiding voor elektrodelas-
sen moet u:
1.
de verbinding van de aansluitingen
controleren,
de bestaande lasstroomretourlei-
ding (- pool) en de lasstroomtoevoer
(+ pool) loskoppelen,
2.
de lasstroomretourleiding aansluiten
op de Powerbox (- pool) en
3.
de lasleiding verbinden met de aan-
sluitkabel van de lasstroomtoevoer
(+ pool).
6.2
Gaslassen
1.
Controleer de verbinding van de
aansluitingen. Koppel de bestaande
lasstroomretourleiding (- pool) los.
De aansluitkabel van de lasstroom-
toevoer (Powerbox) moet verbon-
den zijn met de contactdoos voor de
lasstroomtoevoer (SDV).
32
2.
Sluit de lasstroomretourleiding aan
op de Powerbox (- pool).
3.
Controleer het peil van de SWK.
Aanwijzing:
Meer informatie vindt u in de
afzonderlijke handleiding die bij het toe-
stel geleverd is.
4.
Sluit de lasbrander aan op de cen-
trale aansluiting van de SDV.
5.
Sluit de waterslangen aan overeen-
komstig de kleurmarkering.
6.
Lasdraadrol aanbrengen:
− Open het deksel van de SDV.
− Draai het grendelelement van de
spoeldoorn en plaats de las-
draadrol op de spoeldoorn.
− De meenemer moet in de boring
van de draadrol grijpen (35).
− Schroef
opnieuw vast.
Controleer de instelling van de
rem en corrigeer ze eventueel
met de schroef (36). De rem ver-
hindert dat de draadrol naloopt
na afloop van het lasproces.
6.3
Lasdraad invoeren
De draadgeleiderollen hebben geleide-
groeven voor een draaddiameter van
1,0/1,2 mm of 0,6/0,8 mm. Tijdens het
gebruik wordt de draad in de achterste
groef (aan de motorzijde) geleid. Stan-
daard is de draadinvoereenheid inge-
steld voor lasdraad met een diameter
van 1,0 mm.
Om lasdraad met een diameter van
1,2 mm te verwerken, moeten de draad-
geleiderollen worden omgekeerd; voor
draad met een diameter van 0,6/0,8 mm
moeten de draadgeleiderollen worden
vervangen.
1
2
3
4
5
1.
Klap de grepen naar buiten. De aan-
drukarmen klappen naar boven.
2.
Controleer de positie van de draad-
35
geleiderollen en draai de rollen
indien nodig om:
het
grendelelement
36
1
2
3
4
5