25
Gasnastroomtijd-weergave
− LED brandt:
parameter is voor het ver-
stellen geactiveerd.
− LED knippert:
Gasnastroomtijd is actief.
26
Storingsweergave
− LED brandt:
het toestel heeft een sto-
ring herkend en schakelt
uit.
27
Overtemperatuurweergave
− LED brandt:
de
overtemperatuurzeke-
ring heeft geactiveerd en
de besturing uitgeschakeld.
28
29
30
31
28
Hoofdschakelaar schakelt het
toestel in of uit.
29
Aansluitbus voor afstandsbe-
diening
30
Aansluiting voor gastoevoer
31
Netaansluitkabel
LED = Licht-Emettirende Diode, dient
als controlelampje.
4. Bedrijfsvoorbereiding
4.1
Opstellen
A
Oppassen!
Zet het apparaat steeds uitslui-
tend op de apparaatvoeten neer.
Het apparaat zuigt aan de voorkant en
aan de bodem lucht aan en geeft deze
aan de achterkant door ventilatiegleu-
ven weer vrij. Zorg er in elk geval voor
dat de lucht vrij kan in- en uitstromen.
De afstand tussen het apparaat en
muren of andere toestellen moet min-
stens 20 cm bedragen.
4.2
Overige aansluitingen
A
Oppassen!
Let bij aansluiting van de las-
stroomleidingen op de gevraagde
polariteit voor de gewenste lasme-
thode en de gebruikte elektroden.
Elektrodelassen
Voor de eerste ingebruikneming:
1.
Lasstroom-retourleiding aan de -
pool aansluiten.
2.
Lasleiding aan de +pool aansluiten.
Lassen met gasbescherming
Voor de eerste ingebruikneming:
1.
Sluit de drukslang met gevlochten
bekleding aan op de drukregelaar.
2.
Lasstroom-retourleiding
+pool aansluiten.
3.
Lasstroom WIG-lasbrander aan de -
pool aansluiten.
4.
Sluit de stuurleiding van de TIG-las-
brander aan.
5.
Sluit de gasleiding van de TIG-las-
brander aan.
5. Bediening
Alle toestelfuncties regelt u met de vier
toetsen Mode, +, - en de parametertoets
op de frontplaat. Ieder ongeldig bedie-
nen van de toetsen wordt met 3 balken (-
--) in de LED-weergave weergeven.
Na het inschakelen beginnen alle LEDs
eenmal kort te flikkeren. In de weergave
verschijnt
− voor korte tijd de software-versie in
het formaat X.X, daarna
− de het laatst ingestelde lasstroom.
Voorwaarde: de zelftest was storing-
vrij.
3
Opmerking:
bedrijfssoorten en parameters
kunt u alleen veranderen, als geen las-
proces is gestart.
Uitzondering is de parameter lasstroom.
Deze waarde kunt u ook gedurende het
lassen veranderen.
5.1
Bedrijfstoestanden
Druk voor het kiezen van het bedrijfs-
soort de toets Mode zo vaak in, tot de
LED van het gewenste bedrijfssoort
begint te branden.
2T + HF
Bedrijfssoort voor het WIG-lassen in 2-
taktbedrijf met HF-ontsteking:
− toets aan de WIG-lasbrander
(start-/stop-toets) bedienen.
Lasproces start met de vast inge-
stelde startstroom.
− Na succesvolle ontsteking neemt
de lasstroom binnen de inge-
stelde stijgtijd toe tot deze de
ingestelde bedrijfsstroom heeft
bereikt.
− Toets (start-/stop-toets) loslaten.
De lasprocedure stopt na de inge-
stelde afvaltijd.
4T + HF
Bedrijfssoort voor het WIG-lassen in 4-
taktbedrijf met HF-ontsteking:
− toets aan de WIG-lasbrander (start-/
stop-toets) bedienen.
De lasprocedure begint.
− Zo lang de toets (start-/stop-
toets) is ingedrukt, brandt de
lichtboog met de vast ingestelde
startstroom.
− Na loslaten neemt de stroom bin-
aan
de
nen de ingestelde stijgtijd toe tot
deze
stroom heeft bereikt.
− Toets opnieuw bedienen.
De lasstroom daalt in de afvaltijd tot
de ingestelde eindstroom bereikt is.
− Zo lang de toets is ingedrukt,
brandt de lichtbook met de eind-
stroom verder (eindkratervulling).
− Na loslaten stopt de lasproce-
dure.
Elektrodelassen
Bedrijfssoort voor het elektrodelassen
met geïntegreerde hot-start-functie en
antistik-functie.
Elektrodelassen met arc-force
Bedrijfssoort zoals het elektrolassen,
echter aanvullend met arc-force-functie.
Tijdens het lassen houdt het apparaat de
in het materiaal ingebrachte energie
(warmte) constant, ook wanneer de
afstand tussen elektrode en lasbad wij-
zigt.
3
Opmerking:
het toestel maakt bij het elektro-
delassen steeds gebruik van de hot-
start-functie en de anti-stik-functie.
Hot-Start-functie
Bij contact van het werkstuk met de
elektrode wordt de ingestelde lasstroom
kortstondig verhoogd, om de ontsteking
van de vlamboog te garanderen.
Het korte verhogen van de lasstroom is
op
de
beperkt.
Anti-stik-functie
Herkent het toestel een kortsluiting in het
lasproces, wordt na 0,5 seconden op
minimale stroom geschakeld om een uit-
gloeien van de elektrode te vermijden.
NEDERLANDS
de
ingestelde
bedrijfs-
maximale
elektrodestroom
23