NL
Gebruik de kabel niet voor doeleinden waarvoor
hij niet bedoeld is. Draag het elektrische gereed-
schap nooit aan de kabel. Gebruik de kabel niet
om de stekker uit het stopcontact te trekken.
Bescherm de kabel tegen hitte, olie en scherpe
kanten.
Verlengkabel in open lucht
Gebruik in open lucht alleen een verlengkabel
die daarvoor toegelaten en overeenkomstig
gekenmerkt is.
Bij het zagen van snijhout en dun hout een veili-
ge steun (zaagbok, fig. 4) gebruiken. Het hout
mag niet worden gestapeld en het mag door
geen ander persoon en niet met de voet worden
vastgehouden.
Rondhout dient te worden geborgd.
Bij het werken op schuine ondergrond altijd naar
de helling toe staan.
Bij het pas zagen dient de klauwaanslag tegen
het te snijden hout te worden geplaatst (zie fig.
4).
Bij het pas zagen de klauwaanslag telkens voor
de snede vast aanzetten, pas dan met draaiende
zaagketting in het hout zagen. Daarbij de zaag
aan de achterste greep omhoogtrekken en aan
de voorste greep geleiden. De klauwaanslag
dient als draaipunt. Het nazetten gebeurt door
lichtjes op de voorste handgreep te drukken.
Daarbij de zaag iets terugtrekken. De klau-
waanslag dieper aanzetten en opnieuw de acht-
erste greep omhoogtrekken (zie fig. 5).
Zaagtoestel alleen met draaiende zaagketting uit
het hout trekken.
Als meerdere sneden worden uitgevoerd, dient
de elektrische zaag tussen de sneden te worden
uitgeschakeld.
Steek- en langssneden mogen alleen door spe-
ciaal daarvoor opgeleide personen worden uitge-
voerd (verhoogd terugslagrisico, zie fig. 6).
Langssneden met een zo klein mogelijke hoek
aanzetten. Daarbij bijzonder voorzichtig te werk
gaan omdat de klauwaanslag niet kan worden
gebruikt.
Wanneer de zaagketting vastklemt kan de elek-
trische kettingzaag in richting van de bediener
worden gestoten indien met de bovenkant van
de rail wordt gezaagd. Daarom is het aan te
raden zoveel mogelijk met de onderkant van de
rail te zagen omdat dan de zaag weg van het
lichaam in richting hout wordt getrokken (zie fig.
7 en 8).
Wees voorzichtig bij het snijden van gesplinterd
hout. Er kunnen afgezaagde stukken hout wor-
den meegesleurd (blessurerisico!)
Gebruik de elektrische kettingzaag niet als hef-
boom en niet voor het wegscheppen bij het ver-
34
wijderen van stukken hout of andere voorwer-
pen.
Bij het afsnoeien dient de elektrische kettingzaag
zoveel mogelijk tegen de stam te leunen. Daarbij
mag niet met de top van de rail worden gezaagd
(terugslagrisico, zie fig. 6).
Afsnoeiwerk mag allen door opgeleide personen
worden uitgevoerd!
Blessurerisico!
Let bijzonder op onder spanning staande takken.
Vrij hangende takken niet van onder doorzagen.
Geen afsnoeiwerk uitvoeren terwijl u op de stam
staat.
De elektrische kettingzaag mag niet worden
gebruikt in de bosbouw, dus niet voor het vellen
en afsnoeien in bossen. Door de kabelverbinding
zijn in dit geval noch de noodzakelijke beweegli-
jkheid noch de veiligheid van de bediener van de
zaag gewaarborgd!
Tijdens het vellen alleen opzij van de vallende
boom verblijven.
Tijdens het achteruitgaan na een velsnede op
vallende takken letten.
Bij het werken op een helling dient de bediener
van de zaag hoger of opzij te staan van de te
bewerken stam of liggende stam.
Op aanrollende boomstammen letten.
Terugslag!
Een terugslag van de kettingzaag kan ontstaan
als de top van de rail (in het bijzonder het boven-
ste kwart) ongewild hout of andere vaste voor-
werpen raakt. De elektrische zaag wordt daarbij
ongecontroleerd met hoge energie in richting van
de bediener van de zaag geslingerd (blessureri-
sico!!).
Om terugslag te vermijden zijn volgende punten
in acht te nemen:
De elektrische zaag nooit met de top van de rail
aanzetten om te snijden! Top van de rail altijd in
het oog houden.
Nooit met de top van de rail zagen! Wees voor-
zichtig bij het voortzetten van reeds begonnen
sneden.
De snede altijd met draaiende zaagketting begin-
nen!
Zaagketting steeds naar behoren scherpen.
Nooit meerdere takken tegelijk doorzagen!
Tijdens het afsnoeien erop letten dat geen ande-
re tak wordt geraakt.
Tijdens het pas zagen op dichtbij liggende stam-
men letten. Indien mogelijk zaagbok gebruiken.