Installatie
3
Installatie
GEVAAR:
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Voor de installatie van dit product: warmtebron en alle andere BUS-
deelnemers over alle polen losmaken van de netspanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: breng de afdekking aan ( afb. 81 aan het
einde van het document).
3.1
Installatie
▶ Installeer de module op een wand ( afb. 66 tot afb. 68, aan einde
van het document), op een DIN-rail ( afb. 69), of in een module.
▶ Let bij het verwijderen van de module van de montagerail op afb. 70
aan einde van het document.
3.2
Installatie van een temperatuursensor op de even-
wichtsfles
Positie temperatuursensor aanvoer (T0):
A
T0
ϑ
ϑ
1
1
2
ϑ
ϑ
2
4
Afb. 26 Positie aanvoertemperatuursensor (T0)
[1]
Alle warmtebronnen
[2]
Alle cv-circuits
A
Evenwichtsfles model 1
B
Evenwichtsfles model 2
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle
1
warmtebronnen
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle warmtebronnen
2
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle cv-circuits
3
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle cv-circuits
4
T0
Temperatuursensor aanvoer op de evenwichtsfles
T0 moet zodanig worden geplaatst, dat
aan de zijde van alle warmteproducenten [1] wordt geregistreerd. Alleen
zo kan de regeling ook bij kleine belastingen stabiel werken.
Voor een optimaal regelgedrag, moet er aan alle zijden van de tempera-
tuursensor stroming zijn. Dit kan worden bereikt door een combinatie
van een T-stuk, een kraanverlenging en een sensorset.
42
B
T0
3
ϑ
1
2
1
ϑ
ϑ
2
4
0 010 013 230-001
onafhankelijk van het debiet
3
3.3
Elektrische aansluiting
▶ Gebruik rekening houdend met de geldende voorschriften voor de
aansluiting minimaal elektrische kabel model H05 VV-....
3.3.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
BUS-verbinding algemeen
Wanneer de maximale kabellengte van de BUS-verbinding tussen alle
BUS-deelnemers wordt overschreden of in het BUS-systeem een ring-
structuur bestaat, is de inbedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
• 100 m met 0,50 mm
• 300 m met 1,50 mm
BUS-verbinding warmteproducent – cascademodule
▶ Warmteproducent en slave-cascademodules direct op de aansluit-
klemmen BUS1 ... BUS4 aansluiten ( hoofdstuk 3.3.4 "Overzicht
bezetting aansluitklemmen").
BUS-verbinding cascademodule – bedieningseenheid – Andere
module
▶ Gebruik bij verschillende geleiderdiameters een verdeeldoos voor de
ϑ
3
aansluiting van de BUS-deelnemers.
▶ BUS-deelnemer [B] via verdeeldoos [A] in ster ( afb. 79, aan ein-
de document, handleiding van de bedieningseenheid en andere mo-
dule respecteren).
Temperatuursensoren
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende geleiderdiameters:
• Tot 20 m met 0,75 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
Algemeen over laagspanningszijde
Benamingen van de aansluitklemmen (laagspanningszijde ≤ 24 V)
0-10 V
Aansluiting
of gebouwautomatisering met een 0-10 V-regeluitgang ook vermo-
gens-feedback als 0-10 V-signaal voor gebouwautomatisering op
aansluitklem 3
2)
BUS
Aansluiting op regelaar, module
BUS1...4
Aansluiting warmteproducent of slave-cascademodule
I2, I3
Aansluiting externe schakelaar (Input)
OC1
Aansluiting
(Output Cascade)
T0, T1, T2 Aansluiting temperatuursensor (Temperature sensor)
1) Klembezetting: 1 – massa; 2 – 0-10 V-ingang (Input) voor warmtevraag van de
gebouwautomatiseringstechniek; 3 – 0-10 V-uitgang (Output, optie) voor
Feedback
2) In bepaalde toestellen is de aansluitklem voor het BUS-systeem met EMS
gemarkeerd.
3) Klembezetting:1 – massa; 2 – uitgang (Output); 3 – ingang (Input, optie)
Tabel 4
2
geleiderdiameter
2
geleiderdiameter
2
2
tot 1,50 mm
geleiderdiameter
2
geleiderdiameter
1)
Voor 0-10 V-kamertemperatuurgestuurde regelaar
3)
Toerentalregeling pomp met 0-10 V-signaal
MC 400 – 6720890243 (2018/12)