$
7.
Verwijder de montageplaat (8) van de behuizing (7) door de plaat naar rechts te draaien.
•
Bevestig de montageplaat (8) aan het plafond met behulp van de 4 schroeven.
•
Bevestig de camera aan de montageplaat (8): plaats de pinnen op de montageplaat (8)
•
in de groeven van de behuizing en draai de camera naar rechts.
Sluit de video=uitgang (9 ) aan de monitor/DVR/multiplexer/...
•
Sluit de communicatiekabel (9#) aan de IR=ontvanger ( , ; en <):
•
Gele draad
Blauwe draad
Maak een aansluiting met de IR=ontvanger en/of een bestaande anti=sabotageschakelaar
•
(niet meegeleverd), bewegingssensor (niet meegeleverd), alarmsysteem (niet
meegeleverd), enz. met de blauwe en gele draad.
Sluit de voeding aan de voedingsingang (9)) van de camera.
•
Sluit een voeding van 12 VDC / 1 A (bv. onze PS1210 – niet meegeleverd) aan de DC=
•
ingang (:) van de IR=ontvanger.
3 )
$1
8.
Na het aansluiten van de voeding draait de camera naar de standaardpositie en schakelt
•
hij in stand=by.
Druk op [0] > [ENTER] zodat de controller alle aangesloten camera's erkent. De
•
ontvanger piept kort. Lukt dit niet, dan zal de ontvanger eenmaal lang en driemaal kort
piepen.
De afstandsbediening kan enkel de laagste 9 adressen besturen.
Selecteer de camera die u wenst te besturen met behulp van de cijfertoetsen ([1] ~ [9])
•
op de afstandsbediening en druk daarna op [ENTER].
Er bestaat geen verband tussen de ingedrukte cijfertoets en het adres van de
camera. De camera met het laagste adres wordt automatisch toegewezen naar
cijfertoets [1], enz.
Verplaats de camera met
•
De camera heeft een geheugen tot 16 presets die u met een enkele druk op een toets
•
kunt opvragen.
Hoe een preset instellen: selecteer de camera en plaats hem op de gewenste positie met
•
/ / /
op de afstandsbediening. Druk op een cijfertoets en daarna op [SET PRESET]
om deze positie te bewaren. Stel zo alle gewenste presets in. Let op: Een bestaande
preset wordt overschreven indien u tweemaal dezelfde cijfertoets indrukt.
Vraag een preset op door eerst de camera te selecteren en daarna de gewenste preset te
•
selecteren en op [GO PRESET] te drukken.
De camera is uitgerust met een auto panfunctie. Afhankelijk van de geselecteerde optie
•
scant de camera automatisch 4, 8 op 16 presets:
[1]
[2]
[3]
Start de auto panfunctie door op een cijfertoets ([1] ~ [6]) en daarna op [AUTO PAN] te
•
drukken. Druk opnieuw op [AUTO PAN] of op een pijltjestoets om de functie te stoppen.
Aangezien de afstandsbediening van het universele type is, zijn de functies
[AUTOFOCUS] [ZOOM IN] [ZOOM OUT] [FOCUS NEAR] [FOCUS FAR] [SPEED +]
[SPEED =] niet beschikbaar.
Bij alarm (gele draad) wordt de zoemer van de IR=ontvanger ingeschakeld. Schakel de
•
zoemer uit door op [EVENT RST] te drukken: de controller schakelt automatisch over naar
de camera die het alarm inschakelde.
00 (17/09/2008)
Alarmingang
Massa
/ / / . Merk op dat de draaisnelheid niet verandert.
snelle pan, 4 presets
trage pan, 4 presets
snelle pan, 8 presets
Groene draad
Rode draad
[4]
trage pan, 8 presets
[5]
snelle pan, 16 presets
[6]
trage pan, 16 presets
10
RS=485 D+
RS=485 D=