12 Internationale couverts (ref. EN 50242)
Figuur 4 laat de juiste belading van de bovenkorf zien en figuur 5 van de onderkorf.
Fig. 6 bestekkorf.
4
G
B
E
C
C
D
F
H
C
H
A
5
Q
N
N
M
P
M
O
6
R
Bovenkorf (fig. 4)
A = 5 + 5 + 2 glazen
I
B = 12 lage kommetjes
C = 4 + 4 + 4 kopjes
D = Kleine schaal
E = Normale schaal
F = Grote schaal
G = 1 + 1 vorken
H = 1 + 1 lepels
L
I = 3 + 3 + 3 + 3 dessertlepels
L = 3 + 3 + 3 + 3 theelepels
Onderkorf (fig. 5)
M = 8 + 4 soepborden
N = 11 + 1 platte borden
O = 12 dessert bordjes
P = Dienblad
Q = Bestek
Bestekkorf (fig. 6)
Plaats de zijrekken in de onderste positie en
vul deze met 6 + 6 messen (R); plaats in de
overgebleven ruimte bestek met de handgrepen
naar beneden.
Let op dat u niet meer dan twee besteksoorten
in hetzelfde bakje plaatst.
92
7
Bestekkorf (fig. 7)
De bestekkorf is uitgerust in twee te scheiden
delen, die verschillende beladingen mogelijk
maken.
De twee delen kunnen gescheiden worden
door het linkerdeel van het rechterdeel af te
schuiven.
93