6.
Aansluiting op het net
Voor u het toestel op het lichtnet aansluit, controleer of de netspanning en frequentie
overeenstemmen met de specificaties op het typeplaatje. Respecteer altijd de plaatselijke
wetgeving wanneer u het toestel op het lichtnet aansluit.
Sluit het toestel alleen aan op een geaard stopcontact.
Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor elk onderhoud of reiniging.
Controleer altijd of het stopcontact geaard is.
7.
Het toestel inschakelen
1. Open het gasventiel.
2. Zet de schakelaar op I.
3. Houd de gastoevoerknop ingedrukt. Druk meermaals op de ontstekingsknop.
4. De vlam brandt. Houd de gastoevoerknop gedurende 15 seconden ingedrukt om het
veiligheidsmechanisme te activeren.
5. Laat de gastoevoerknop los. De vlam blijft branden.
Bij stroomuitval schakelt het veiligheidsmechanisme binnen enkele seconden het toestel
automatisch uit. Ook bij een gasgebrek schakelt dit mechanisme het toestel uit. In beide
gevallen, volg de bovenstaande stappen om het toestel opnieuw in te schakelen.
6. Regel de gastoevoer.
7. Houd de ontstekingsknop niet langdurig ingedrukt. Zoek naar de oorzaak van het probleem
als het toestel niet inschakelt.
8.
Het toestel controleren
Controleer de waakvlam. Controleer of de waakvlam blijft branden.
Wees voorzichtig want de lucht die uit het toestel geblazen wordt, kan extreem heet zijn. Blijf
op een veilige afstand.
9.
Het toestel inschakelen
1. Draai de gasfles dicht.
2. Draai de drukregelaar dicht of ontkoppel van de gasfles.
3. Laat het toestel minstens 60 seconden afkoelen.
4. Schakel het toestel uit door schakelaar in de 'O'-positie te zetten.
5. Ontkoppel van het lichtnet door de stekker uit het stopcontact te trekken.
6. Ontkoppel de flexibele slang van het toestel.
V. 01 – 20/06/2019
FT10CN/FT15CN/FT30CN
16
©Velleman nv