Let op
• Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het ap-
paraat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor be-
schadigingen.
Aanwijzingen en tips
De waterontharder
Hard water bevat een grote hoeveelheid mineralen die
schade aan het apparaat en slechte schoonmaakre-
sultaten kan veroorzaken. De waterontharder neutrali-
seert deze mineralen.
Het regenereerzout houdt de waterontharder schoon
en in goede staat. Het is belangrijk om het correcte ni-
veau voor de waterontharder in te stellen. Dit zorgt er-
voor dat de waterontharder de juiste hoeveelheid re-
genereerzout en water gebruikt.
Met behulp van zout, glansmiddel en afwasmiddel
• Gebruik alleen zout, glansmiddel en afwasmiddel
voor afwasautomaten. Andere producten kunnen
het apparaat beschadigen.
• Het glansmiddel helpt om tijdens de laatste spoelfa-
se het servies te drogen zonder strepen en vlekken.
• Gecombineerde afwastabletten bevatten vaatwas-
middel, glansmiddel en andere middelen. Zorg er-
voor dat deze tabletten geschikt zijn voor de water-
hardheid in uw omgeving. Zie de instructies op de
verpakking van de producten.
• Vaatwastabletten worden bij korte programma's niet
helemaal opgelost. Wij bevelen u aan de tabletten
alleen bij lange programma's te gebruiken, om res-
tjes afwasmiddel op uw serviesgoed te voorkomen.
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid
vaatwasmiddel. Zie de instructies van de vaat-
wasmiddelfabrikant.
De korven inruimen
Zie de meegeleverde folder voor voorbeelden
van het inruimen van de korven.
• Gebruik het apparaat alleen om voorwerpen af te
wassen die vaatwasbestendig zijn.
• Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit.
• Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur
van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af
dan borden.
• Doe geen voorwerpen in het apparaat die gemaakt
zijn van hout, hoorn, aluminium, tin en koper.
• Plaats geen voorwerpen in het apparaat die water
kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken).
• Verwijder alle voedselresten van de voorwerpen.
• Voor het gemakkelijk verwijderen van aangebrande
voedselresten weekt u de pannen eerst in water
voordat u ze in het apparaat plaatst.
• Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en
pannen) met de opening naar beneden.
• Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek niet in elk-
aar schuiven. Meng lepels met ander bestek.
• Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanra-
ken
• Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Leg lichte voorwerpen in de bovenste korf. Zorg er-
voor dat de voorwerpen niet verschuiven.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen rond-
draaien voordat u een programma start.
Voor het starten van een programma
Controleer of:
• De filters schoon zijn en correct zijn geplaatst.
• De sproeiarmen niet zijn verstopt.
• De positie van de items in de mandjes correct is.
• Het programma van toepassing is op het type la-
ding en de mate van bevuiling.
• De juiste hoeveelheid afwasmiddel is gebruikt.
• Er regenereerzout en glansmiddel is toegevoegd
(tenzij u gecombineerde afwastabletten gebruikt).
• De dop van het zoutreservoir goed dicht zit.
9