Aanvullende informatie
Problemen oplossen
Volg de onderstaande procedure wanneer u
problemen ondervindt bij het gebruik van
uw camcorder.
Controleer de lijst (p. 61 tot 63), en
inspecteer uw camcorder.
Koppel de spanningsbron los en na
ongeveer 1 minuut weer aan, en
schakel de camcorder in.
Druk op RESET (p. 76) met een
puntig voorwerp en schakel de
camcorder in.
Als u op RESET drukt, worden alle
instellingen gereset, met inbegrip van
de klokinstelling.
Neem contact op met de Sony-
handelaar of een plaatselijke, door
Sony erkende onderhoudsdienst.
Uw camcorder moet mogelijk worden
geïnitialiseerd of het interne geheugen (HDR-
CX560E/CX560VE/CX700E/CX700VE) van de
camcorder moet worden vervangen, afhankelijk
van het probleem. De gegevens in het interne
geheugen worden dan gewist. Kopieer de
gegevens van het interne geheugen naar andere
media (backup) alvorens uw camcorder te
verzenden voor reparatie. U wordt niet vergoed
voor eventueel verlies van gegevens in het
interne geheugen.
Tijdens de reparatie wordt mogelijk een
minimum aan gegevens in het interne geheugen
gecontroleerd om het probleem te onderzoeken.
Uw Sony-handelaar zal echter nooit gegevens
kopiëren noch bewaren.
Zie "Handycam"-handboek (p. 60) voor
meer informatie over de symptomen van uw
camcorder en "PMB Help" (p. 40) om uw
camcorder aan te sluiten op een computer.
Het toestel wordt niet ingeschakeld.
Plaats een opgeladen accu in de camcorder
(p. 10).
Sluit de stekker van de netspanningsadapter
aan op een stopcontact (p. 12).
De camcorder functioneert niet, zelfs niet
als de stroom is ingeschakeld.
Het duurt enkele seconden voordat uw
camcorder klaar is voor opname nadat het
toestel is ingeschakeld. Dit duidt niet op een
storing.
Trek de stekker van de netspanningsadapter
uit het stopcontact of verwijder de accu en
sluit deze na ongeveer 1 minuut weer aan.
Als uw camcorder nog steeds niet werkt,
drukt u op RESET (p. 76) met behulp van een
scherp voorwerp. (Als u op RESET drukt,
worden alle instellingen, met inbegrip van de
klokinstelling, gereset.)
Uw camcorder is heel warm. Schakel de
camcorder uit en laat hem afkoelen op een
koele plek.
Uw camcorder is heel koud. Laat de camcorder
ingeschakeld. Ingeschakeld en breng hem
naar een warme plek wanneer hij nog altijd
niet werkt. Laat uw camcorder opwarmen en
schakel hem vervolgens in.
De camcorder wordt warm.
Het is mogelijk dat de camcorder warm wordt
tijdens het gebruik. Dit duidt niet op een
storing.
De stroom wordt plotseling
uitgeschakeld.
Gebruik de netspanningsadapter (p. 12).
Schakel het toestel opnieuw in.
Laad de accu op (p. 10).
NL
61