1.4 Om brand te voorkomen
Magnetronovens mogen tijdens het
gebruik niet zonder toezicht worden
gelaten. te hoge vermogens of te lange
bereidingstijden kunnen de
levensmiddelen oververhitten en brand
veroorzaken. het stopcontact moet altijd
bereikbaar zijn, zodat de stekker er in
geval van nood makkelijk kan worden
uitgetrokken. De netspanning moet 230 v
wisselspanning, 50 hz zijn en de zekering
moet minstens 16 A zijn. Wij raden u aan
het apparaat aan een aparte stroomkring
aan te sluiten. het apparaat niet in de
open lucht bewaren of opstellen.
Geen brandbare materialen in de buurt
van het apparaat of de ventilatie-
openingen bewaren. De
ventilatie-openingen nooit blokkeren.
Alle metalen sluitingen, draden enz. van
levensmiddelen en verpakkingen
verwijderen. vonkvorming op metalen
oppervlakken kan tot brand leiden. De
magnetron niet gebruiken om
levensmiddelen in olie of vet te frituren.
De temperatuur kan niet gecontroleerd
worden en het vet kan vlam vatten.
Alleen speciaal daarvoor geschikte
popcorn in de magnetron bereiden.
Geen levensmiddelen of andere
voorwerpen in het apparaat bewaren.
Na het starten van het apparaat de
instellingen controleren om er zeker van
te zijn dat het apparaat zoals gewenst
werkt. Deze gebruiksaanwijzing
gebruiken. Nooit op enigerlei wijze
veranderingen aanbrengen aan de
veiligheidsvergrendeling van de deur.
het apparaat nooit inschakelen als zich
voorwerpen tussen de deurafdichtingen
en de afsluitvlakken bevinden.
personen met pAcEMAKERs moeten
bij hun arts of bij de fabrikant
informeren naar voorzorgs-maatregelen
bij het omgaan met magnetrons.
1.5 Om elektrische schokken
te voorkomen
De ommanteling van het apparaat mag
in geen geval worden verwijderd. Nooit
vloeistof in de openingen van de
veiligheidsvergrendelingen van de deur
of ventilatie-openingen laten komen of
voorwerpen in deze openingen steken.
Als u grotere hoeveelheden vloeistof
morst, het apparaat direct uitschakelen,
de stekker uit het stopcontact trekken
en contact opnemen met onze service-
afdeling. het aansluitsnoer en de
stekker nooit in water of andere
vloeistof leggen. het aansluitsnoer mag
niet over hete of scherpe oppervlakken
geleid worden, zoals bijvoorbeeld de
hete ventilatie-openingen bovenaan de
achterwand van het apparaat.
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
moet het door een nieuw speciaal snoer
worden vervangen. vervangen mag
alleen door vakmensen geschieden.
1.6 Om explosies en plotseling
koken te voorkomen
Nooit afgesloten bakjes gebruiken.
sluitingen en afdekkingen verwijderen.
Afgesloten bakjes kunnen door de
drukverhoging zelfs na uitschakelen van
het apparaat nog exploderen. Wees
voorzichtig bij het verwarmen van
vloeistoffen. Kopjes of bekers met een
grote opening gebruiken, opdat
luchtbellen kunnen ontsnappen.
Om verbrandingen door plotseling
overkoken (kookpuntvertraging) te
voorkomen:
• De vloeistof vóór het verwarmen
omroeren.
• Bij het verwarmen van vloeistoffen
een glazen staafje of lepeltje in het
glas of kopje zetten.
• laat de vloeistof tenminste 20
seconden na het koken in de oven
staan om kookvertraging te
voorkomen.
levensmiddelen met een schil of vel,
zoals aardappelen, worstjes of fruit,
altijd eerst enkele malen met een vork
inprikken, zodat de stoom kan
ontsnappen.
NEDERLANDS
75