•
Let er bij het opbergen van de voedingswaren in de saladekoeltafel op dat een
toereikende afstand tussen de binnenwanden van het toestel en de opgeslagen
voedingswaren wordt bewaard zodat een vrije luchtcirculatie binnen het toestel kan
plaatsvinden.
•
Hoe meer objecten zich in de saladekoeltafel bevinden, hoe langer de deuren of
deksels geopend worden, des te hoger is het energieverbruik en des te sneller treden
er defecten op.
•
Open de deuren of deksels zo kort mogelijk om het verlies van koude lucht te
beperken. Bovendien mogen deze niet te vaak geopend worden.
•
Houd je, om het onststaan van onaangename geuren in de saladekoeltafel te
vermijden, aan de aanbevolen bewaartermijnen van de voedingswaren.
•
Houd, bij een plotse stroomuitval, de deuren indien mogelijk gesloten om verlies van
koellucht te vermijden.
•
Wacht, na een stroomuitval of na het uittrekken van de stekker uit het stopcontact,
minstens 5 minuten voordat je het toestel opnieuw op de netstroom aansluit.
6. Reiniging en onderhoud
6.1 Veiligheidsvoorschriften
Zowel voor reiniging als voor reparatie de stekker van het apparaat uit het
o
stopcontact halen en het apparaat laten afkoelen.
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen en zorg ervoor, dat er geen water in het
o
apparaat komt.
Het is niet toegestaan het apparaat, de kabel of de stekker in water of een andere
o
vloeistof onder te dompelen, om elektrische schokken te vermijden.
OPGELET!
Het apparaat is niet geschikt voor het direct uitspoelen met een waterstraal. Daarom
is het niet toegestaan het apparaat met een hogedruk waterstraal te reinigen!
6.2 Reiniging
o Maak het toestel regelmatig schoon.
o Neem de roosters, tussenschabben en geschikte GN-containers uit het toestel. Maak
deze met een voor de voedingsindustrie geschikte ontsmettingsreiniger schoon.
o Maak het toestel van binnen en buiten met een vochtige, zachte doek schoon. Droog
het toestel grondig af.
o Maak de snijplank met een vochtige, zachte doek en een mild reinigingsmiddel schoon.
o Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, bv. schuurpoeder, alcohol bevattende
reinigingsmiddelen, verdunmiddel, die het oppervlak van het toestel kunnen
beschadigen.
o Na het schoonmaken dient een zachte, droge doek gebruikt te worden om het
oppervlak af te drogen en op te poetsen.
- 109 -