Indeling bedieningspaneel
1
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen. De displays en indicatielampjes
geven aan welke functies worden gebruikt.
1
Kookstandweergave
2
/
3
Kookstanddisplays
Display
-
Restwarmte-indicatie
Waarschuwing!
restwarmte!
Bedieningsinstructies
In- en uitschakeling
Raak
1 seconde aan om het apparaat in– of uit te
schakelen.
Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones uitgeschakeld zijn
6
Sensorveld
De kookzone is uitgeschakeld.
De kookzone wordt gebruikt
Er is een storing.
Een kookzone blijft heet (restwarmte).
Slot/kinderbeveiliging is in werking.
De automatische uitschakeling is in werking getreden.
Verbrandingsgevaar door
.
2
Het apparaat in- en uitschakelen.
Geeft de kookstand weer.
Kookstand verhogen of verlagen.
Beschrijving
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat heeft
ingeschakeld.
• u langer dan 10 seconden een voorwerp op een sen-
sorveld legt (een pan, een doek enz.). Verwijder het
voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
3
functie