GEBRUIK
NL 10
Bovenwarmte
Het gerecht wordt verwarmd door het bovenste verwarmingselement.
Deze functie wordt gebruikt voor het bruineren van de bovenlaag van
gerechten.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurinstellingen: 50 - 250 °C*
Grill
Het gerecht wordt verwarmd door het binnenste grillelement.
Deze instelling kan gebruikt worden voor het gratineren van
boterhammen, het roosteren van brood en saucijsjes.
• Plaats voor het grillen het ovenrooster op het vierde inschuifniveau en
de bakplaat op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurinstelling: 50 - 250 °C
• Controleer regelmatig de bereiding. Door de hoge temperatuur kan
het vlees snel aanbranden.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.