5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Verzonken knoppen
Om het apparaat te bedienen, moet u
op de bedieningsknop drukken. De
bedieningsknop komt naar voren.
5.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
Het hangt van het model
of uw apparaat
knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
• Het lampje gaat aan als
• Het symbool geeft aan of
• Het indicatielampje gaat
5.3 Ovenfuncties
Ovenfunctie
het apparaat in werking
is.
de knop de kookzones,
de ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
aan wanneer de oven
opwarmt.
Uit-stand
Multi Hetelucht
Boven-/Onder-
warmte
Multi Hetelucht
(Vochtig)
1. Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
2. Draai de temperatuurknop om een
temperatuur te kiezen.
3. Draai om het apparaat uit te
schakelen, de knop voor de
ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur naar de uit-stand.
Applicatie
Het apparaat staat uit.
Om op drie ovenniveaus te bakken of om voedsel te
drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor
Boven-/onderwarmte.
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Om gebakken voedsel in bakblikken op één rekniveau
te bakken. Om tijdens de bereiding energie te bespa-
ren. Deze functie moet worden gebruikt in overeen-
stemming met de kooktabellen om de gewenste koo-
kresultaten te bereiken. Voor meer informatie over de
aanbevolen instellingen raadpleegt u de kooktabellen.
Deze functie wordt gebruikt om de energie-efficiëntie-
klasse vast te stellen overeenkomstig EN 60350-1.
NEDERLANDS
9