3.
Druk op de OK-knop om te bevesti-
gen.
Het indicatielampje Kinderslot wordt
getoond.
Voor uitschakeling van de functie:
1.
Druk op de Mode-knop tot het indi-
catielampje Kinderslot knippert.
2.
Druk op de OK-knop om te bevesti-
gen.
3.
Het indicatielampje Kinderslot gaat
uit.
2.7 COOLMATIC-functie
Als u een grote hoeveelheid warm voed-
sel, bijvoorbeeld na het doen van de
boodschappen, in de koelkast wilt plaat-
sen, adviseren wij u de COOLMATIC-
functie in te schakelen om deze produc-
ten sneller te koelen en om te voorko-
men dat voedsel dat al in de koelkast
ligt warm wordt.
Om de functie aan te zetten:
1.
Druk op de Mode-knop tot het bij-
behorende pictogram verschijnt.
Het COOLMATIC-lampje knippert.
2.
Druk op de toets OK om te bevesti-
gen.
Het COOLMATIC-lampje wordt ge-
toond.
De COOLMATIC-functie wordt automa-
tisch na ongeveer 6 uur uitgeschakeld.
Om de functie uit te schakelen voor de-
ze automatisch afloopt:
1.
Druk op de Mode-knop tot het
COOLMATIC-lampje knippert.
2.
Druk op de OK-toets om te bevesti-
gen.
3.
Het COOLMATIC-lampje gaat uit.
De functie gaat uit door een an-
dere ingestelde koelkasttempe-
ratuur te selecteren.
2.8 Vakantiefunctie
Met deze functie kunt u de koelkast ge-
sloten en leeg houden tijdens een lange
vakantieperiode zonder dat u vieze
luchtjes krijgt.
Als de vakantiefunctie actief is,
moet het koelvak leeg zijn.
Voor inschakeling van de functie:
1.
Druk op de Mode-knop tot het bij-
behorende pictogram verschijnt.
Het indicatielampje Vakantie knip-
pert.
De temperatuurweergave van de
koelkast toont de ingestelde tempe-
ratuur.
2.
Druk op de OK-knop om te bevesti-
gen.
Het indicatielampje Vakantie wordt
getoond.
Voor uitschakeling van de functie:
1.
Druk op de Mode-knop tot het indi-
catielampje Vakantie knippert.
2.
Druk op de OK-knop om te bevesti-
gen.
3.
Het indicatielampje Vakantie gaat
uit.
De functie gaat uit door een an-
dere ingestelde koelkasttempe-
ratuur te selecteren.
2.9 Alarm bij open deur
Als de deur enkele minuten heeft open-
gestaan, klinkt er een geluidsalarm. De
alarmtoestand bij geopende deur wordt
aangegeven door:
• Knipperende alarmindicator
• Zoemer
Als de normale omstandigheden zijn
hersteld (deur gesloten), wordt het ge-
luidsalarm uitgeschakeld.
Tijdens het alarm kan de zoemer worden
uitgeschakeld door op een willekeurige
knop te drukken.
NEDERLANDS
7