Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het
toestel dan uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
Probleem
Het toestel kan niet worden ingeschakeld.
Het toestel gaat plotseling uit en het aan/
uit-lampje gaat uit.
Geen geluid.
Het toestel kan niet worden uitgeschakeld.
VERHELPEN VAN STORINGEN
Oorzaak
Het netsnoer is niet goed aangesloten of de stekker is niet goed in
het stopcontact gestoken.
De beveiliging is in werking getreden door een kortsluiting enz.
Er is een probleem met het interne schakelsysteem van het toestel.
Er is een luidspreker aangesloten met een lage impedantie.
De luidsprekerkabels staan met elkaar in contact of veroorzaken
kortsluiting tegen het achterpaneel.
De luidspreker functioneert niet goed.
Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit).
Er is een probleem met het interne schakelsysteem van het toestel.
De hoofdtelefoon is aangesloten.
(Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, komt er geen geluid uit de
luidsprekers of subwoofer (lagetonenluidspreker)).
De bedrading is niet op de juiste manier aangesloten.
Op de aangesloten component is het afspelen gestopt.
(alleen A-U670) Het stuurprogramma is niet geïnstalleerd op de PC
die via de USB-kabel verbonden is met het toestel.
Het volume van deze eenheid staat ingesteld op het minimum.
De interne microprocessor blijft hangen door een externe
elektronische schok (blikseminslag, te veel statische energie, enz:)
of door een vermindering van de stroomtoevoer.
VERHELPEN VAN STORINGEN
Sluit het netsnoer stevig aan.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken en zet dan het toestel
opnieuw aan.
Koppel het netsnoer los en neem contact op met de dichtstbijzijnde
erkende Yamaha-dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum.
Gebruik luidspreker(s) met een correcte impedantie (6 Ω of hoger).
Sluit de luidsprekerkabels correct aan enen schakel het toestel opnieuw in.
Controleer nadat u het toestel hebt ingeschakeld of het geluid uit de
luidsprekers normaal klinkt.
Vervang de luidsprekerset en schakel de stroom opnieuw in. Controleer nadat u
het toestel hebt ingeschakeld of het geluid uit de luidsprekers normaal klinkt.
Schakel dit toestel uit, koppel het netsnoer los, sluit het weer aan na
30 seconden en gebruik het toestel vervolgens normaal.
Koppel het netsnoer los en neem contact op met de dichtstbijzijnde
erkende Yamaha-dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum.
Ontkoppel de hoofdtelefoon wanneer u de luidsprekers of subwoofer
(lagetonenluidspreker) gebruikt.
Sluit de stereokabels van de audio-apparaten en de luidsprekerkabels correct
aan. Als het probleem zich blijft voordoen, zijn de kabels mogelijk defect.
Zet de component aan en start het afspelen.
Voordat u een PC aansluit op dit toestel, moet u het stuurprogramma op de
PC installeren.
Zet het volume hoger met de VOLUME-bediening zodat u het geluid kunt horen.
Druk gedurende 10 seconden of langer op de aan/uit-knop op het
voorpaneel van het toestel om het toestel opnieuw op te starten (als het
probleem zich blijft voordoen, trekt u de stekker uit het stopcontact en
steekt u hem na ongeveer 30 seconden terug in het stopcontact).
Oplossing
Zie
bladzijde
6
6
-
6
6
-
-
-
-
5
7
8
-
-
11
Nl