Butaangas of propaangas : zorg ervoor dat de
drukregelaar devolgende gasdruk verzekert:
28-30 mbar voor butaangas en 37 mbar voor
propaangas.
Aansluiting met een vaste buis of een
metalen en soepele slang
Om veiliger te zijn raden we aan de aansluiting
uit te voeren met vaste buizen (bv. in koper) of
met soepele buizen in inoxstaal zodat het toestel
niet beschadigd raakt.
De aansluiting aan de gasmond voor deze
toestellen is ISO7-1/R1/2. ".
Aansluiting met soepele, buis
Wanneer u voor de aansluiting een soepele
buis of slang gebruikt, controleer ze dan op de
volgende punten:
-
de
slang
vertoont
versmallingen, brandsporen ; zowel aan de
beide uiteinden als over de volledige lengte ;
-
het materiaal is niet hard geworden en is
dus nog steeds even soepel en buigzaam ;
-
de verbindings- en sluitingsringen (als er
zijn) zijn niet geroest ;
-
de geldigheidsdatum (als er een is) is niet
verstreken.
De slang moet als volgt geplaatst worden :
-
mag niet onder spanning grasm of gedraaid
zijn ;
-
mag niet in aanraking komen met scherpe
voorwerpen of met scherpe randen ;
-
het moet makkelijk zijn om de staat van de
slang te controleren.
Indien er zich toch één van bovenvermelde
dingen voordoet (of meerdere tegelijk) moet u
de slang niet laten herstellen maar volledig
vervangen.
BELANGRIJK
Wanneer de installatie voltooid is, gaat u de
goede vastheid van de verbindingen na met
schuim of zeepwater maar NOOIT met een
vlammetje.
66
Het aansluiting aan het electriciteitsnet
Belangrijke opmerking
Pas op dat de aarding van het apparaat juist
uitgevoerd is door middel van een stopcontact
van 2P + T ( 10 / 16 A ), overeenkomstig de
geldende normen en voorschriften. We zijn niet
verantwoordelijk voor persoonlijke letsels in
geval van een onjuiste aarding.
Het gasfornuis is voorzien van een soepele
voedingskabel met stekker die een aansluiting
op
stroomvoltage moet 230V, 50Hz zijn.
De zekering: 3 A ( rnaximaal)
Opmerking:
Controleer de waarde van het totale vermogen
om de waarde van de zekering te kunnen
vaststellen.
geen
plooien,
De aansluiting van een vaste installatie aan het
stroomnet dient uitgevoerd te zijn door middel
van
verbreking met een afstand minder dan 3 mm
tussen de contacten.
De gele - groene aardleiding moet niet
verbroken zijn door middel van een verbreker.
De voedingskabel moet zo geplaatst worden dat
de
kamertemperatuur overschrijdt.
Voor het aansluiten van het apparaat,
controleer of:
• de
• het stopcontact en de omnipolaire verbreking
De voedingskabel mag alleen door een erkende
elektricien vevangen worden. Gebruik een
voedingskabel met een doorsnede die met de
elektrische lading overeenkomt.
aansluiting, moet de aarding van het
apparaat uitgevoerd zijn overeenkomstig de
geldende normen.
een
stopcontact
een
verbreker
met
temperatuur
ervan
zekeringen
en
elektrische installatie de elektrische lading
kunnen verdragen (zie het typeplaatje),
moeten
bereikbaar
installatie van het apparaat.
Ongeacht de modaliteiten van
moet
hebben.
Het
een
omnipolaire
0
niet
50
C
op
de
de
huishoudolijke
blijven
tijdens
de