Nederlands
WAARSCHUWING
Als een elektrisch geleidend vreemd voorwerp in de
aansluitpunten van de lithium-ion accu terechtkomt, kan
er kortsluiting ontstaan met het risico van brand als
gevolg. Let bij het opbergen van de accu op de volgende
punten.
TECHNISCHE GEGEVENS
MACHINE
Model
Voltage
Onbelaste snelheid
Normale bout
Capaciteit
Trekvaste bout
Aantrekkoppel (Maximum)
Oplaadbare batterij
Gewicht
ACCULADER
Model
Oplaadspanning
Gewicht
STANDAARD TOEBEHOREN
In aanvulling op het gereedschap (1) bevat de
verpakkingsdoos de toebehoren die in de onderstaande
tabel zijn vermeld.
1 Acculader .......................................... 1
2 Batterij ............................................... 2
WR18DSHL
(2LSRK)
3 Plastic doos ....................................... 1
4 Batterijdeksel .................................... 1
WR18DSHL
Acculader, batterij, plastic doos en
batterijdeksel niet inbegrepen.
(NN)
De standaard toebehoren kunnen zonder nadere
aankondiging gewijzigd worden.
EXTRA TOEBEHOREN
(los verkrijgbaar)
1. Batterij (BSL1830)
De extra toebehoren kunnen zonder aankondiging op
ieder moment worden veranderd.
40
BSL1830: Li-ion 18 V (3,0 Ah 10 cellen)
UC18YRSL
14,4 V – 18 V
0,6 kg
Plaats geen elektrisch geleidend zaagsel, spijkers,
ijzerdraad, koperdraad of andere draad in de
opbergdoos.
Plaats de accu in het elektrisch gereedschap of
bewaar de accu door deze stevig in het batterijdeksel
te drukken totdat de ventilatieopeningen afgesloten
zijn om kortsluiting te voorkomen. (Zie Afb. 1)
WR18DSHL
18 V
–1
1500 min
M12 – M22
M12 – M16
480 N·m
3,4 kg
TOEPASSINGEN
Vast-en losdraaien van allerlei soorten bouten en moeren,
die gebruikt worden voor het vastzetten van
verbindingsstukken, etc.
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
accvergrendeling om de batterij te verwijderen (zie
Afb. 2).
LET OP:
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht (zie
Afb. 2).
OPLADEN
Voor het gebruik van het elektrisch gereedschap dient
de accu als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het oplaadapparaat op het
stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop-
kontakt wordt gestoken, zal het controlelampje in
rood knipperen. (Met tusserpozen van 1 sekonde)
2. Steek de batterij in het acculader.
Plaats de batterij in de oplader totdat de lijn zichtbaar
wordt, zoals afgebeeld op Afb 3, 4.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt aangebracht,
blijft het controlelampje kontinu rood branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (Met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 1)
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in tabel 1, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of het acculader.