9.8 Snelheid instellen
Op de snelheidsregelaar
draaien de snelheid in:
-
De snelheid kan worden ingesteld in
10 standen:
- stand 1 - 4: voor roeropzetstuk 31;
- stand 1 - 10: voor mesinzetstuk 29.
LET OP:
Het roeropzetstuk 31 mag
slechts met de snelheidsstan-
den 1 tot 4 worden gebruikt.
Op het display 27 verschijnt
een overeenkomstige weergave.
Bij het mixen van vloeistoffen op stand 10
mag maximaal 1 liter in de mixkom 5 zit-
ten, omdat er anders vloeistof uit kan wor-
den geslingerd (zie "Mixkom gebruiken"
op pagina 19). Bij lagere snelheidsstan-
den dan 10 mag de mixkom 5 maximaal
zijn gevuld met 2,2 liter.
-
Voor bijkomende aanwijzingen: zie
"Een overzicht van de functies" op
pagina 6.
-
De ingestelde snelheidsstand wordt
weergegeven op het display 27.
-
Tijdens de werking kan de snelheids-
stand worden gewijzigd.
-
In het programma
gelijk om de snelheid te kiezen.
-
Wanneer u tijdens de werking de snel-
heid naar 0 wijzigt, stopt het apparaat.
Om verder te werken, kiest u een snel-
heid en drukt u op de knop START/
STOP 19.
-
Wanneer er een temperatuur werd ge-
kozen, zijn alleen de snelheidsstanden
1 - 3 beschikbaar.
Softstart
Om te voorkomen dat bij een plotselinge
18 stelt u door
versnelling vloeistof van warm, te garen le-
vensmiddel uit de mixkom 5 wordt geslin-
gerd of dat het apparaat gaat wiebelen, is
er een softstart voor alle instellingen behalve
voor de turbofunctie:
-
9.9 Linksloop
De linksloop is bestemd voor het zorgvuldig
roeren van levensmiddelen die niet moeten
worden fijngemaakt.
-
-
-
• Druk op
is het niet mo-
• Druk opnieuw op
Softstart bij temperaturen van levens-
middelen vanaf 60 °C.
Door op de toets
kan de draairichting van het mesinzet-
stuk 29 te allen tijde naar de normale
werking worden gewijzigd.
De linksloop kan alleen worden ge-
bruikt bij lage snelheid - stand 1 tot 3.
Bij de programma's
wordt de linksloop door het programma
geregeld.
21 om de linksloop te
activeren.
loop te deactiveren.
21 te drukken,
en
21 om de links-
17
NL