Gebruik
OPGELET!
■
Gebruik het apparaat niet in bed. Tijdens het gebruik niet inslapen.
■
Het apparaat mag niet worden samengevouwen of afgedekt wanneer het is
ingeschakeld.
■
Nooit met de voeten op het apparaat gaan staan.
■
Gebruik het apparaat niet langer dan 30 minuten zonder onderbreking.
■
Omwille van hygiënische redenen is het beter om direct huidcontact met het apparaat
te vermijden. Het mag niet in aanraking komen met crème of olie ingesmeerde huid.
■
Mocht er een onaangenaam gevoel optreden, het gebruik staken en eventueel over-
leg plegen met een arts.
Wij raden aan na maaltijden een uur te wachten, voordat u het apparaat gebruikt.
1. De massagemat bijv. op een bankstel, een fauteuil plaatsen of op de grond leggen.
Maak de massagemat eventueel vast met de bevestigingsband (6) zodat hij niet
wegglijdt.
2. De voedingsplug van de netadapter met de aansluitbus op het apparaat aansluiten
en de netadapter in een goed toegankelijke contactdoos steken.
3. Zo op de massagemat gaan zitten of liggen, dat de massagemotoren zich in het
midden bevinden.
4. De controller (8) in uw hand nemen en de Ein / Aus (aan-/uit) knop (17) indrukken.
Het bedrijfslampje (18) gaat branden. Het apparaat start automatisch in de vooraf
ingestelde modus F1.
5. Door indrukken van de knoppen op de controler kan/kunnen de gewenste
massagezone(s), voorgeprogrammeerde modi alsook de intensiteit worden ingesteld
(zie hoofdstuk 'Apparaatoverzicht' – 'Controller').
6. Schakel naar behoefte de warmtefunctie bij (zie hoofdstuk 'Apparaatoverzicht' –
'Controller'). Er kan ook uitsluitend de warmtefunctie worden ingeschakeld, doordat
alle massagezones worden uitgeschakeld en alleen de Wärme (warmte)-knop (14)
wordt geselecteerd.
Blijf de gewenste tijd op de massagemat liggen. Wij adviseren elk
massageprogramma max. 15 minuten te gebruiken.
7. Het apparaat wordt na ca. 15 minuten automatisch uitgeschakeld. Voor een ander
massageprogramma het apparaat opnieuw via de controller inschakelen.
8. De netadapter uit de contactdoos trekken en de voedingsplug ontkoppelen van het
apparaat.
9. Het apparaat laten afkoelen, indien de warmtefunctie werd geactiveerd, voordat het
wordt opgeborgen resp. wordt gereinigd (zie hoofdstuk 'Reinigen en opbergen').
35
NL