Voor het achterlaten van het apparaat:
het apparaat uitschakelen, de
arrêteerhendel in stand ƒ plaatsen en
de accu uit het apparaat nemen.
Het snijgarnituur regelmatig, met korte
tussenpozen en bij merkbare
wijzigingen direct controleren:
Het apparaat uitschakelen, de
–
arrêteerhendel in stand ƒ plaatsen,
het snijgarnituur tot stilstand laten
komen, de accu uit het apparaat
nemen
Op goede staat en vastzitten
–
controleren, op scheurvorming
letten
Gras en takkenresten op de koppeling
voor het snijgarnituur regelmatig
verwijderen – verstoppingen ter hoogte
van het snijgarnituur of de beschermkap
verwijderen.
Voor het vervangen van het snijgarnituur
het apparaat uitschakelen, de
arrêteerhendel in stand ƒ plaatsen en
de accu uit het apparaat nemen. Door
het onbedoeld aanlopen van de motor –
kans op letsel!
Beschadigde of ingescheurde
snijgarnituren niet meer gebruiken en
niet repareren.
Deeltjes of breukstukken kunnen
loskomen en met hoge snelheid de
gebruiker of derden treffen – ernstig
letsel!
Alleen beschermkappen met volgens
voorschrift gemonteerd mes monteren,
zodat maaidraden op de toegestane
lengte worden afgesneden.
FSA 65, FSA 85
Na de werkzaamheden
Stof en vuil met een doek van het
apparaat verwijderen – geen
vetoplossende middelen gebruiken.
Maaikop en beschermkap niet met water
afspuiten of in water dompelen – de zich
in de motorbehuizing bevindende
elektromotor en regelelektronica kunnen
door binnentredend water worden
beschadigd.
Trillingen
Dit apparaat wordt gekenmerkt door
zeer lage belasting door trillingen voor
de handen.
Desondanks wordt de gebruiker
geadviseerd zich medisch te laten
onderzoeken als in een enkel geval het
vermoeden bestaat op
doorbloedingsstoornissen in de handen
(bijv. vingers kriebelen).
Onderhoud en reparaties
Voor alle reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden, de
arrêteerhendel in stand ƒ plaatsen en
de accu uit het apparaat nemen.
Hierdoor wordt het onbedoeld aanlopen
van de motor voorkomen.
Het apparaat regelmatig onderhouden.
Alleen die onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden uitvoeren die
in de handleiding staan beschreven. Alle
andere werkzaamheden laten uitvoeren
door een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers nemen regelmatig deel
aan scholingen en ontvangen
Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan het
apparaat. Bij vragen contact opnemen
met een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het
apparaat en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Geen wijzigingen aan het apparaat
aanbrengen – de veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht – kans op
ongelukken!
Elektrische contacten, alsmede de
netkabel en de netsteker van de
acculader regelmatig op goede isolatie
en veroudering (breuk) controleren.
Elektrische componenten, zoals bijv. de
netkabel van de acculader mogen alleen
door elektriciens worden gerepareerd,
resp. vervangen.
Kunststof onderdelen reinigen met een
doek. Agressieve reinigingsmiddelen
kunnen het kunststof beschadigen.
De bevestigingsbouten van de
beschermkappen en het snijgarnituur op
vastzitten controleren en indien nodig
vastdraaien.
De koelluchtsleuven in de
motorbehuizing indien nodig reinigen.
De geleidegroeven van de accu
vrijhouden van vuil – indien nodig
reinigen.
Nederlands
321