Speciale functies
[eco]
Met deze functie schakelt u het apparaat in de
energiebesparende stand om.
Het apparaat stelt automatisch de volgende
temperaturen in:
Koelcompartiment: + 6 °C
■
Verskoelcompartiment: 0 °C
■
Diepvriescompartiment: - 16 °C
■
[eco] in-/uitschakelen
1. Druk de toets mode 7 in.
2. Druk de toets mode 7 net zo vaak in tot op het
display "eco" met een pijl is gemarkeerd.
3. Bevestig de selectie met de toets 13.
Als naast de selectie een balk verschijnt, is de
functie ingeschakeld.
[fresh]
Met de modus [fresh] blijven levensmiddelen nog
langer vers.
Het apparaat stelt automatisch de volgende
temperaturen in:
Koelcompartiment: 4 °C
■
Verskoelcompartiment: 0 °C
■
Diepvriescompartiment: - 18 °C
■
[fresh] in-/uitschakelen
1. Druk de toets mode 7 in.
2. Druk de toets mode 7 net zo vaak in tot op het
display "fresh" met een pijl is gemarkeerd.
3. Bevestig de selectie met de toets 13.
Als naast de selectie een balk verschijnt, is de
functie ingeschakeld.
[vacation]
Bij langere afwezigheid kunt u het apparaat in de
energiebesparende vakantiemodus schakelen.
m
Attentie
Bewaar in deze tijd geen levensmiddelen in het
koelcompartiment!
Het apparaat stelt automatisch de volgende
temperaturen in:
Koelcompartiment: 14 °C
■
Verskoelcompartiment: 14 °C
■
Het diepvriescompartiment handhaaft de ingestelde
temperaturen.
[vacation] in-/uitschakelen
1. Druk de toets mode 7 in.
2. Druk de toets mode 7 net zo vaak in tot op het
display "vacation" met een pijl is gemarkeerd.
3. Bevestig de selectie met de toets 13.
Als naast de selectie een balk verschijnt, is de
functie ingeschakeld.
[lock]
Met de functie „lock" kunt u het apparaat tegen
onbedoelde bediening beveiligen.
[lock] in-/uitschakelen
1. Druk de toets mode 7 in.
2. Druk de toets mode 7 net zo vaak in tot op het
display "lock" met een pijl is gemarkeerd.
3. Bevestig de selectie met de toets 13.
Als naast de selectie een balk verschijnt, is de
functie ingeschakeld. Er zijn geen instellingen meer
via de toetsen mogelijk.
Druk 3 seconden de toets "Alarm/Lock" 14 in om de
functie weer uit te schakelen.
„timer"
Met deze functie kunt u een tijdverloop van 1–99
minuten instellen. U wordt met een signaal eraan
herinnerd dat bijv. levensmiddelen na een bepaalde tijd
uit het vak gehaald moeten worden.
In de fabriek is tevoren een waarde van 20 minuten
ingesteld.
m
Attentie
Flessen met dranken kunnen springen als ze langer
dan 20 minuten in de diepvriesruimte worden
opgeslagen.
Timer instellen en starten
1. Druk de selectietoets timer 9 in.
2. Stel met de insteltoetsen +/- 11 het gewenste aantal
minuten in.
3. Bevestig de instelling met de bevestigingstoets 13en
start de timer.
In het display timer 10 wordt het resterende aantal
minuten weergegeven.
Na afloop van het ingestelde aantal minuten wordt
een alarmsignaal weergegeven.
4. Schakel het alarmsignaal uit met de toets "alarm/
lock" 14.
De timerfunctie is nu beëindigd.
Netto-inhoud
De gegevens bij de nuttige inhoud vindt u op het
typeplaatje in uw apparaat (zie de afb. in het hoofdstuk
„Servicedienst").
nl
51