Koppelprocedures
Het basisstation en het mobiele station zijn al gekoppeld als u ze uit de
verpakking haalt.
Let op: het koppelen van frequenties is vereist als er een apparaat wordt
gewijzigd of toegevoegd.
1. Schakel de accu van het D-RTK-grondsysteem in, zodat deze het
basisstation van de DATALINK PRO kan voeden.
2. Houd de koppeltoets van het basisstation 3 seconden lang ingedrukt
om naar de koppelmodus te gaan. De Working Status-LED knippert
afwisselend rood en groen.
3. Schakel de accu van het D-RTK-grondsysteem in, zodat deze het
mobiele station van de DATALINK PRO kan voeden.
4. Houd de koppeltoets van het mobiele station 3 seconden lang ingedrukt
en wacht totdat de koppeling heeft plaatsgevonden.
5. Bij een succesvolle koppeling verlaten het basisstation en het mobiele
station de koppelmodus en maken verbinding met elkaar.
6. Volg de koppelprocedures 2-5 om andere mobiele stations één voor één
te koppelen wanneer u een enkel-naar-meervoudig-systeem instelt.
Configureren van parameters met DJI Assistant 2
1. Download DJI Assistant 2 van www.dji.com en installeer het op uw
computer.
2. Zet de vierstandenschakelaar in de stand COMBO_SW4, verbind het
basisstation met de computer terwijl DJI Assistant 2 wordt uitgevoerd
en configureer vervolgens de parameters volgens de pop-upberichten.
3. Configureer het mobiele station op dezelfde wijze. Indien meerdere
mobiele stations worden gebruikt, dient u elk mobiel station afzonderlijk
te configureren.
•
Zet de DATALINK PRO, het Flight Control System en de D-RTK
na het upgraden uit en weer aan.
•
DJI Assistant 2 ondersteunt Windows 7 (of nieuwer) of
Mac OS X 10.9 (of nieuwer).
© 2017 DJI All Rights Reserved.
59