Problemen oplossen
Probleem
1. Ventilator start niet
1. Stop of circuitonderbreker is
2. Er zitten draden naar de
2. Ventilator maakt
1. Losse schroeven in
lawaai
2. De schroeven waarmee de
3. Draadmoeren in
4. Glas van verlichtingsset zit
5. Motorlawaai veroorzaakt
3. Ventilator wiebelt of
1. De schroeven waarmee de
schudt overmatig.
2. De klemplaten van de
3. De ventilatorbladen zijn uit
Technische gegevens
Type:
Vermogen:
Netspanning:
Milieu
Werp verpakkingsmateriaal zoals plastic en dozen in de daarvoor bestemde containers.
Dit product aan het eind van de gebruiksduur niet inleveren als normaal huishoudelijk afval, maar bij een
inzamelpunt voor hergebruik van elektrische en elektronische apparatuur. Let op het symbool op het
product, de gebruiksaanwijzing of de verpakking.De materialen kunnen hergebruikt worden zoals
aangegeven. Door uw hulp bij hergebruik, de verwerking van de materialen of ander vormen van de
benutting van oude apparatuur levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van ons milieu.
Informeer bij de gemeente naar het juiste inzamelpunt bij u in de buurt.
Mogelijke oorzaak
doorgeslagen.
ventilator los, of in de
schakelkast zitten draden
los.
motorkast.
klemplaten van de
ventilatorbladen aan de
motornaaf zitten zijn los.
schakelkast rammelen.
los; gloeilamp los in fitting.
door halfgeleider-variabele
snelheidsregeling.
klemplaten van de
ventilatorbladen aan de
bladnaaf vastzitten zitten
los.
ventilatorbladen zijn niet
goed vastgezet.
balans.
DC30T
52 W
230 V ~ 50 Hz
Aangeraden oplossing
1. Controleer de stoppen of circuitonderbrekers voor het
hoofdcircuit of de circuittakken.
2. Controleer of er draden los zitten in de bedrading naar de
ventilator en in de schakelkast.
LET OP: zorg ervoor dat de hoofdstroomtoevoer is uitgeschakeld.
1. Controleer of alle schroeven in de motorkast goed vastzitten
(niet te strak)
2. Controleer of de schroeven waarmee de klemplaten van de
ventilatorbladen aan de motornaaf zijn bevestigd goed
vastzitten.
3. Controleer of de verbindingen van de draadmoeren in de
schakelkast niet tegen elkaar aan rammelen of tegen de
binnenkant van de schakelkast.
LET OP: zorg ervoor dat de hoofdstroomtoevoer is uitgeschakeld
voordat u de schakelkast openmaakt.
4. Indien u gebruik maakt van een optionele verlichtingsset bij uw
plafondventilator: Controleer of de schroeven waarmee het glas
is bevestigd met de hand niet vaster aangedraaid kunnen
worden. Controleer of de gloeilamp vast in de fitting gedraaid
is.
5. Sommige ventilatormotoren zijn gevoelig voor signalen van
halfgeleider-variabele snelheidregelingen. Indien u een
halfgeleider-bediening gebruikt en hierdoor motorlawaai
ontstaat kies dan voor een andere bedieningsmethode.
1. Controleer of de schroeven waarmee de klemplaten van de
ventilatorbladen aan de motornaaf zijn bevestigd goed vast
zitten.
2. Controleer of de klemplaten van de ventilatorbladen stevig en
netjes tegen de bovenkant van de motornaaf aanliggen.
3. Door aan elkaar grenzende (zij aan zij) bladparen met elkaar te
verwisselen kunt u het gewicht herverdelen, wat een betere
werking kan opleveren.
5