1. Druk op
.
•
De indicatielampjes
•
Blijft het indicatielampje
•
Het display toont de huidige instelling:
(fabrieksinstelling).
2. Druk op
om de instelling te wijzigen.
3. Druk op de knop aan/uit om de instelling te bevestigen.
GELUIDSSIGNALEN
Er klinken geluidssignalen als het apparaat een
storing heeft. Het is niet mogelijk deze
geluidssignalen uit te schakelen.
Na het beëindigen van het programma klinkt er
tevens een geluidssignaal. Dit geluidssignaal is
Het geluidssignaal instellen voor beëindiging van het programma
Dit geluidssignaal is standaard uitgeschakeld, maar kan worden geactiveerd.
Terwijl het apparaat in de instelmodus staat:
1. Druk op
.
•
De indicatielampjes
•
Blijft het indicatielampje
•
Het display toont de huidige instelling:
–
= geluidssignaal uit.
–
= geluidssignaal aan.
2. Druk op
om de instelling te wijzigen.
3. Druk op de knop aan/uit om de instelling te bevestigen.
OPTIES
De gewenste opties moeten elke keer
dat u een programma start worden
geactiveerd.
De opties kunnen niet worden in- of
uitgeschakeld als een programma in
werking is.
10
,
en
gaan uit.
knipperen.
= glansmiddeldoseerbakje geactiveerd
,
en
knipperen
= glansmiddelbakje gedeactiveerd.
standaard uitgeschakeld, maar kan worden
geactiveerd.
gaan uit.
Niet alle opties kunnen met elkaar
worden gecombineerd. Als u opties
hebt geselecteerd die niet met elkaar
te combineren zijn, dan schakelt het
apparaat automatisch één of meerdere
opties uit. Alleen de indicatielampjes
van de actieve opties blijven aan.