Aqua Medic Mistral II 2000 Mode D'emploi page 19

4.4. Installatie
Verbind met de slangverdeler en luchtstenen
Een of meer luchtstenen kunnen aangesloten worden met een slang of een verbindingsstuk. Kies een luchtslang
dat geschikt is voor uw apparatuur, zorg dat de slangen vast zitten met een slangklem als u de luchtpomp
installeert. Gebruik een grotere slangdiameter en voorkom knikken om de prestaties van de slang zo optimaal
mogelijk te houden. Gebruik nieuwe en voldoende grote luchtstenen met voldoende doorstroomcapaciteit.
Plaats ze niet dieper dan 3 meter in de vijver. Knikken in de luchtslang, dieper dan 3 meter plaatsen, te kleine
luchtstenen, ode of vervuilde stenen kunnen de pompopbrengst verminderen. Sluit de luchtuitlaat nooit
helemaal af. Zorg dat de pomp voldoende lucht kwijt kan, anders zal deze te warm worden en kan dit tot schade
leiden.
Om terugstromen van water en in de pomp te voorkomen als deze uitgeschakeld wordt. Raden wij aan de pomp
boven water niveau te plaatsen. Alleen als er een terugstroomklep geplaatst is kan deze onder het waterniveau
geplaatst worden. Plaats de pomp nooit in het water. Om verzekerd te zijn van een lange levensduur, is het
belangrijk de pomp te gebruiken onder droge condities, vocht en vuil te vermijden. Vuil en vocht kunnen de
levensduur aanzienlijk verkorten. Let er ook op dat een omgevingstemperatuur van > 40 °C de membraan kan
doen scheuren.
5. Oplossingen bij storingen
Storing
Pomp werkt niet.
De pomp levert te weinig of
geen lucht.
Pomp maakt veel geluid.
6. Onderhoud en reinigen
Vervangen luchtfilter: Verwijder de beschermkap (Fig. F, No. 8). Verwijder en vervang het luchtfilter (Fig. F,
No. 9). Plaats de beschermkap (Fig. F, No. 8) en zorg dat hij op zijn plaats klikt.
6.1. Vervangen membranen
Let op! Gevaarlijke elektrische spanning. Mogelijke gevolgen: Overlijden of ernstige verwondingen.
Beschermende maatregelen: Trek altijd de stekker uit het stopcontact voor u aan de pomp gaat
werken.
Gebruik de pomp nooit met defecte membranen. Ook als er maar 1 membraan defect is dient u beide
membranen te vervangen.
vervanging liever niet zelf doet.
Verwijder de schroeven (Fig. G, No. 10) en verwijder het bovenste deel van de behuizing (Fig. G, No. 11) van
het onderste deel (Fig. G, No. 12). Verwijder de schroeven (Fig. H, No. 14) van het klepgedeelte (Fig. H, No.
15). Leg deze schroeven apart van de andere schroeven.
Kantel de klepeenheid (Fig. H, No. 15) naar de kant. Verwijder de schroef (Fig. I, No. 16) inclusief sluitring (Fig.
I, No. 17) van de borgring (Fig. I, No. 18). Verwijder de borgring (Fig. I, No. 18) inclusief de afdekking (Fig. I,
No. 19). Verwijder de membraan houder (Fig. I, No. 21). Druk op de menbraan (Fig. I, No. 20) Om hem vrij te
maken van de houder (Fig. I, No. 21). Plaats nieuwe membranen. Monteer alle onderdelen in tegengestelde
volgorde.
6.2. Opslag tijdens vorst
Als de pomp continue gebruikt wordt kan deze gewoon op zijn plaats blijven bij vorst. Als u de pomp 's winters
niet gebruikt dient deze binnen opgeslagen te worden in een droge ruimte bij kamertemperatuur.
7. Slijtage onderdelen
Luchtfilters, kleppen en membranen zijn aan slijtage onderhevig en vallen daarom niet onder de garantie.
19
Oorzaak
Geen spanning.
De regelkleppen zijn gedeeltelijk of
geheel gesloten.
De regelkleppen zijn vervuild.
De luchtstenen zijn vervuild.
Het luchtfilter is verstopt.
De membraan is defect.
Klep of membraan defect
De procedure is hetzelfde (Fig. G-I). Neem contact op met uw dealer als de
Oplossing
Controleer de voeding.
Open de regelkleppen.
Reinig de regelkleppen.
Reinig de luchtstenen.
Vervang het luchtfilter.
Vervang het membraan.
Vervang de klep of de membraan.