Bosch EPS 118 Notice Originale page 301

8.2.10 Zeeffilter vervangen
i
De vuilaanslag in het zeeffilter wordt vooral veroor-
zaakt doordat de CRI/CRIN of CRI Piezo voor de test
niet meer of niet voldoende is gereinigd.
i
Zeeffilters worden in de slang van de injectiekamer
(Afb. 4, pos. 9) en in de slangen voor het terugloop-
volume (Afb. 9, pos. 1) (Afb. 10) en (Afb. 14) gemon-
teerd.
1. Steeknippel (Afb. 46, pos. 5) van de slang (Afb. 46,
pos. 1) verwijderen.
2. Het zeeffilter (Afb. 46, pos. 3) verwijderen en
afvoeren.
3. Beide schroefverbindingen (Afb. 46, pos. 2 en 5)
met schone testolie reinigen.
4. O-ring (Afb. 46, pos. 4) controleren. O-ring vervan-
gen, wanneer deze defect is.
5. Nieuw zeeffilter correct in de steeknippel (Afb. 46,
pos. 5) plaatsen.
6. Slang (Afb. 46, pos. 1) op de steeknippel (Afb. 46,
pos. 5) schroeven en met de hand aandraaien.
"
De vervanging van het zeeffilter is afgesloten.
458900-26_Pal
1 2
Afb. 46: Zeeffilter vervangen
1 Slang
2 Wartelmoer
3 Zeeffilter
4 O-ring 7,66 x 1,78
5 Steeknippel
Robert Bosch GmbH
3 5
4
Onderhoud | EPS 118 | 301
8.2.11 Luchtfilter in de onderhoudseenheid vervan-
gen
Demontage
!
Het luchtfilter mag alleen worden vervangen, wan-
neer de onderhoudseenheid drukloos is.
1. Perslucht uitschakelen.
2. Persluchtslangleiding van de onderhoudseenheid
losmaken.
3. Condensaatbak (Afb. 47, pos. 1) verwijderen.
Daarvoor de vergrendeling (Afb. 47, pos. 2) naar
beneden schuiven en de condensaatbak (Afb. 47,
pos. 1) verdraaien en naar beneden trekken.
4. Filtermodule (Afb. 47, pos. 3) in de condensaat-
bak met 45° verdraaien en uit de condensaatbak
nemen.
5. Keerplaat (Afb. 47, pos. 4) onder op het filterele-
ment draaien en verwijderen.
6. Filterelement (Afb. 47, pos. 5) van de geleider
(Afb. 47, pos. 6) aftrekken.
9
8
6
5
3
4
7
2
1
Afb. 47: Overzicht onderhoudseenheid
1 Condensaatbak
2 Vergrendeling
3 Filtermodule
4 Keerplaat
5 Filterelement
6 Geleider
7 O-ring op condensaatbak
8 O-ring op geleider
9 Onderhoudseenheid
nl
|
1 689 989 300 2020-03-24