Nu kunt u het draagvlak op de romp plaatsen. Let hierbij op, dat noch
kabel noch stekker ingeklemd of bekneld worden. Het draagvlak wordt
met drie schroeven van 3 mm Ø bevestigd. Vooraan (3) wordt de 15 mm
lange schroef gebruikt en achteraan (4) worden de twee 10 mm lange
schroeven ingedraaid.
Controleer vervolgens de correcte uitlijning van het draagvlak ten opzichte
van de romp. De twee lijnen A en B moeten dezelfde lengte hebben. Om
dit op te meten gebruikt u het beste een dunne draad die ook bij een
lichte trek niet rekt. Indien nodig kunt u de bevestigingsschroeven van
het draagvlak los draaien, het opnieuw uitlijnen en in de juiste positie
weer vastdraaien.
f) Horizontaal staartvlak monteren
Plaats het horizontale staartvlak (1) op het oplegvlak aan het uiteinde
van de romp (zie ook afbeelding 7c), lijn het in het midden uit en schroef
het vervolgens met behulp van twee 2 x 10 mm schroeven (2) vast. Let
hierbij op, dat de schroeven precies in de kunststof schroefopeningen
(zie afbeelding 7c, positie 3) grijpen, die in de romp aanwezig zijn.
Om het model later exact te kunnen besturen en recht te laten vliegen,
moet het horizontale staartvlak (1) parallel ten opzichte van het draagvlak
(4) uitgelijnd zijn. Om de nauwkeurige positie van het staartvlak ten
opzichte van het draagvlak te kunnen controleren en eventuele verkeerde
posities te kunnen zien, bekijkt u het model vanaf ongeveer 1 m van
achteren.
A
1
Afb. 6b
B
Afb. 6c
Afb. 7a
4
Afb. 7b
63