NL
3 Meetmethode
3.1 Aanwijzingen m.b.t. de bepaling van de temperatuur
• Meet uw temperatuur niet direct na het eten, sporttraining of
baden. Wacht een half uur.
• Voer opeenvolgende metingen slechts met tussenpozen van
tenminste 1 minuut uit. Indien u uw temperatuur gedurende een
korte periode vaker moet bepalen, kunnen de meetresultaten een
beetje variëren.
• De lichaamstemperatuur van een mens beweegt zich binnen een
natuurlijke marge. Er is geen standaard lichaamstemperatuur.
• Meet en noteer uw lichaamstemperatuur op geheel normale
dagen. Op die manier kunt u koorts beter herkennen.
• Voor een nauwkeurige meting in het oor is het zeer belangrijk, dat
de sensor op het trommelvlies gericht is en diep genoeg in de
gehoorgang is.
• Er zijn personen die verschillende meetwaarden in het linker en
rechter oor hebben. Om temperatuurveranderingen te bepalen
meet u bij dezelfde persoon altijd in hetzelfde oor.
• De slaappositie kan de meetresultaten beïnvloeden. Wanneer een
persoon gedurende geruime tijd op één oor heeft geslapen, is de
temperatuur in dit oor hoger dan normaal. Meet in dit geval in het
andere oor of wacht een paar minuten met de meting.
3.2 Meten van de lichaamstemperatuur
Om naar de modus voor de meting van de lichaamstemperatuur te
gaan, drukt u bij een uitgeschakeld toestel op de inschakel-/scantoets
. Ofwel knippert het oortemperatuur-
tuursymbool
is. Om van de meting aan het voorhoofd naar de meting in het oor
te wisselen of omgekeerd, drukt u binnen 3 seconden opnieuw op
de inschakel-/scantoets
bevestigd. Bij het opnieuw inschakelen van het toestel wordt de laatst
ingestelde meetmodus (oor of voorhoofd) weergegeven.
3.3 Meten van de temperatuur in het oor
1. Om de temperatuur in het oor te bepalen verwijdert u de sensor-
afdekking
2. Druk op de inschakel-/scan-toets
78
, afhankelijk van welke meetmethode vooraf ingesteld
. Het wisselen wordt door een pieptoon
AANWIJZING
De temperatuur van het voorhoofd moet alleen voor
controle worden uitgevoerd, omdat de huidtempera-
tuur aan het voorhoofd door uitwendige invloeden
makkelijk kan worden beïnvloed en daardoor het
meetresultaat verkeerd kan worden weergeven.
.
of het voorhoofdtempera-
.