i) Temperatuurmeting (alleen VC150)
De meegeleverde thermische voeler is geschikt voor een temperatuurgebied van –40
tot + 230 °C, wat volstaat voor de meeste toepassingen. Om het volledige meetbereik
van het meetapparaat te kunnen gebruiken, is een optionele K-type voeler vereist.
Hier wordt ev. het gebruik van de optionele meetadapter nodig.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik "°C".
- Verwijder de meetsnoeren uit het apparaat.
- Verbind de meegeleverde thermische sensor met de DMM. De rode stekker moet in de bus „°C" (7),
de zwarte in de bus „COM" (5).
- Stel nu de punt van de sensor bloot aan de te meten temperatuur.
- Op het display wordt de temperatuur aan de thermische sensor zichtbaar. Als er „.OL" zichtbaar
wordt, dan wordt het meetgebied overschreden, of is er geen voeler aangesloten.
- Verwijder na het meten de adapter en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand
„OFF" resp. schakel het apparaat uit via de „POWER"-schakelaar.
Als de beide bussen „COM" (5) en „°C" (7) kortgesloten worden, dan wordt de omgevings-
temperatuur van het meetapparaat zichtbaar.
Bij gebruik van voelers van het K-type met miniatuur-stekkers is het gebruik van een optio-
nele meetadapter vereist (zie hoofdstuk „Optionele meetadapter").
SELECT-toets (alleen VC170)
De SELECT-toets heeft naargelang het meetbereik meerdere functies. Voor de functie-omschakeling,
voor een relatieve meetfunctie en het manueel kiezen van een meetbereik.
Meetfunctie
Spanningsmeting V AC/DC
Weerstand
80
Functie
Manueel selecteren meetbereik
1x drukken schakelt over op het manueel selecteren van een bereik.
Met elke volgende druk verandert het meetgebied.
Om uit te schakelen houdt u deze toets ong. 2 seconden lang
ingedrukt.
Op het display verschijnt „AUTO". Autorange is terug actief.
Relatieve meting
Met 1x drukken slaat u de zichtbare waarde op, en stelt u het display
op nul. Nu wordt het verschil tussen de opgeslagen waarde en de
werkelijk gemeten waarde zichtbaar (ideaal om de weerstand van de
meetsnoeren uit te schakelen). Op de display verschijnt het
delta)symbool (
). De automatische meetbereikkeuze wordt daar-
bij uitgeschakeld. Om uit te schakelen houdt u deze toets ong.
2 seconden lang ingedrukt. Op het display verschijnt „AUTO".
Autorange is terug actief.