NEDERLANDS
30
b) Gebruik geen enkel elektrisch werktuig
waarvan de schakelaar defect is. Een elektrisch
werktuig, dat niet meer in- of uitgeschakeld kan
worden is gevaarlijk en moet gerepareerd worden.
c) Neem de stekker uit het stopcontact en/of
verwijder de accu voordat instellingen aan
het apparaat worden uitgevoerd, onderdelen
worden vervangen of het apparaat na gebruik
wordt weggezet. Deze voorzorgsmaatregelen ver-
hinderen een ongewenste start van het elektrische
werktuig.
d) Bewaar elektrische werktuigen, die niet in ge-
bruik zijn, buiten het bereik van kinderen. Laat
personen niet het apparaat gebruiken die daar-
mee niet vertrouwd zijn of deze aanwijzingen
niet hebben gelezen. Elektrische werktuigen zijn
gevaarlijk, indien deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Onderhoud elektrische werktuigen zorgvul-
dig. Controleer of de bewegelijke onderdelen
perfect functioneren en niet klemmen, of
onderdelen gebroken of zodanig beschadigd
zijn dat de functie van het elektrische werktuig
is beïnvloed. Laat beschadigde onderde Vele
ongevallen vinden hun oorzaak in slecht onder-
houden elektrische werktuigen.
f) Houd snijwerktuigen scherp en schoon. Zorgvul-
dig onderhouden snijwerktuigen met scherpe snij-
kanten lopen minder snel vast en zijn eenvoudiger
te bedienen.
g) Gebruik elektrische werktuigen, accessoires,
inzetwerktuigen etc. in overeenstemming met
deze aanwijzingen. Houd daarbij rekening met
de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van elektrische
werktuigen voor andere dan de beoogde toepas-
singen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5) Service
a) Laat uw elektrische werktuig uitsluitend door
gekwalificeerd vakkundig personeel en uitslui-
tend met originele reserveonderdelen repareren.
Daardoor wordt gewaarborgd dat de veiligheid van
het apparaat behouden blijft.
Overige veiligheidsinstructies
Het gebruik is slechts met een fout-
stroomschakelaar (RCD max. foutstroom van 30
mA) toegestaan.
Houd kinderen en overige personen evenals dieren
tijdens het gebruik van het apparaat op afstand.
Draag geschikte werkkleding zoals vast schoeisel met
antislipzool, een veiligheidsbril en gehoorbescher-
ming!
Stof die vrijkomt tijdens het werken vormt vaak een
gevaar voor de gezondheid en mag niet met het
lichaam in aanraking komen. Machines met stofaf-
zuiging gebruiken en tevens geschikte stofmaskers
dragen. Vrijgekomen stof grondig verwijderen resp.
opzuigen.
Draag geen losse kleding of sieraden omdat deze
door bewegende delen gegrepen kunnen worden.
Gebruik het apparaat niet, indien u op blote voeten of
in open sandalen loopt.
Bij het blokkeren van het inzetwerktuig het apparaat
onmiddellijk uitschakelen. Schakel het apparaat niet
opnieuw in als het inzetwerktuig geblokkeerd is;
hierbij kan een terugslag met een hoog reactiemo-
ment ontstaan. Stel vast en verwijder de oorzaak van
de blokkering van het inzetwerktuig met opvolging
van de veiligheidsinstructies.
Mogelijke oorzaken hiervan kunnen zijn:
• Kantelen
• Overbelasten van het elektrische werktuig
Grijp niet in de draaiende machine.
Aansluitkabel van de werkomgeving verwijderd
houden. Kabel altijd naar achteren van de machine
wegleiden.
Controleer vóór ieder inbedrijfstelling alle
schroef- en steekverbindingen evenals
beschermingsinrichtingen op vastheid en juiste
plaatsing en of alle lichtdraaiend zijn.
Het apparaat mag niet gebruikt worden, als
het beschadigd is of de beschermingsinrichtingen
defect zijn. Vervang versleten of beschadigde
onderdelen.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlam-
bare vloeistoffen of gassen. Bij kortsluiting bestaat
brand- en explosiegevaar.Gebruik het apparaat niet in
de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gassen. Bij
kortsluiting bestaat brand- en explosiegevaar.Gebruik
het apparaat niet in de buurt van ontvlambare vloei-
stoffen of gassen. Bij kortsluiting bestaat brand- en
explosiegevaar.
Werkaanwijzing
Niet in de draaiende roerder grijpen.
Houd tijdens het werken het apparaat met beide
handen en met afstand van eigen lichaam goed vast.
Houd tijdens het werken het apparaat met beide
handen en met afstand van eigen lichaam goed vast.
Houd tijdens het werken het apparaat met beide
handen en met afstand van eigen lichaam goed vast.
Vermijd spetters! Werk met een laag toerental, indien
het apparaat in het te mengen materiaal onderge-
dompeld, resp. uitgenomen wordt.Vermijd spetters!
Werk met een laag toerental, indien het apparaat
in het te mengen materiaal ondergedompeld, resp.
uitgenomen wordt.Vermijd spetters! Werk met een
laag toerental, indien het apparaat in het te mengen
materiaal ondergedompeld, resp. uitgenomen wordt.