NL
•
Verwijder vuil en olie van koppelingen en stofkappen.
•
Plaats de stofkappen terug op de vrouwelijke en mannelijke koppeling.
5.3.3
Slangen met dual-hose koppelingen
Zie Fig. 9.
WAARSCHUWING
Controleer voordat u de hydraulische slang(en) van de pomp loskoppelt altijd of de
drukontlastklep in de open stand (0) staat.
•
Koppel de stofkappen van elkaar los.
•
Ontkoppel de koppelingen door de ring van de vrouwelijke koppeling te draaien en naar achteren te
schuiven. De mannelijke koppeling zal losschieten.
•
Verwijder vuil en olie van de koppelingen en de stofkappen.
•
Plaats de stofkappen op de vrouwelijke en mannelijke koppeling terug.
5.4
Ontlast de druk in niet aangesloten slangen en gereedschappen
5.4.1
Algemeen
Door temperatuursverschillen kan een overdruk ontstaan in niet gekoppelde slangen en
gereedschappen. Deze overdruk kan koppelen aan het systeem onmogelijk maken. Met behulp van het
drukontlastgereedschap kan deze overdruk weggenomen worden. Dit accessoire is zowel voor het
CORE™-systeem als voor het dual-hose-systeem verkrijgbaar en wordt standaard bij iedere pomp
geleverd.
LET OP
Wij raden u aan om meerdere exemplaren voorradig te hebben.
5.4.2
Slang met CORE™ koppelingen
Zie Fig. 10.
•
Bevestig het drukontlastgereedschap aan de mannelijke koppeling (1).
•
Draai de knop rechtsom (2) om de overdruk af te laten. Hierbij komt wat olie vrij.
•
Draai de knop linksom (3).
•
Verwijder het drukontlastgereedschap van de koppeling (4).
5.4.3
Slangen met dual-koppelingen
Zie Fig. 11.
•
Druk het drukontlastgereedschap op de mannelijke koppeling (1). De knop zal naar buiten komen
(2).
•
Wikkel een doek rond het drukontlastgereedschap.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de doek alle olieopeningen bedekt; zonder een doek kan er een wolk olie
ontstaan.
•
Druk het drukontlastgereedschap krachtig met de knop op de grond of tegen een muur (3) om de
overdruk af te laten. Hierbij komt wat olie vrij.
•
Verwijder het drukontlastgereedschap van de koppeling (4).
14
916.000.192_003
HTW/FTW/HTT