2. BESCHRIJVING VAN HET AP-
PARAAT (FIG.1-2-3-4-5-6-7)
1. Motorhuis
2. Draagriembevestiging
3. Gedempt handvat
4. Steel
5. Veiligheidsafstandshouder
6. Veiligheidsafstandshouder
7. Aanbouwheggenschaar
8. Mesbescherming
9. Onderste mes
10. Bovenste mes
11. Meszwaard
12. Draagriem
13. Tandwielkast
14. Regelhendel
15. Borghendel
16. Schroefdop
17. Schroefdop
18. Schroefdop
19. Bovenste steun
20. Kabeldoorvoer
21. Stekker apparaat
22. Achterste handvat
23. Veiligheidsborg
24. AAN/UIT-schakelaar
3. MONTAGE
MONTAGE VAN HET HANDVAT (FIG. 4)
- Zet het handvat (3.1) op de steel (4); plaats de
bevestigingsplaat (3.2) er aan de onderkant tegen
aan en bevestig deze voorlopig slechts losjes met
de 4 schroeven (3.3).
- Verschuif het handvat op de steel om de voor uw
lichaamsbouw geschikte positie te vinden.
- Draai de schroeven (3.3) afwisselend en gelijk-
matig aan.
MONTAGE VAN DE DRAAGRIEMBEVESTIGING
(FIG. 5)
- Plaats de draagriembevestiging (2) tussen de
motor en het handvat op de steel (4).
- Draai de schroeven M5x10 en de betreffende
moeren met de hand vast.
- Verschuif hem.
- Draai de schroeven met de speciale inbussleutel
aan.
GEBRUIKSAANWIJZING
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Alvorens het apparaat aan te sluiten moet u con-
troleren of de netspanning en -frequentie overeen-
stemming met de werkingsspanning en -frequentie
van het apparaat (zie typeplaatje) (fig. 14).
Het apparaat moet met een netsnoer dat goed-
gekeurd is voor gebruik buiten aangesloten worden
op een stopcontact dat voorzien is van een rest-
stroomschakelaar (aardlekschakelaar). Maak het
verlengsnoer altijd aan de trekontlasting die in het
motorhuis aangebracht is vast (fig. 6).
ATTENTIE: Om de elektrische aansluitingen te
beschermen moet tijdens het gebruik vermeden
worden om aan het snoer te trekken en tijdens het
afkoppelen moet het apparaat afgekoppeld worden
door de stekker en de aansluiting vast te pakken.
TREKONTLASTING (FIG. 6)
- Steek de stekker van het apparaat (21) in de
aansluiting van het verlengsnoer.
- Steek het verlengsnoer in de opening (20), leg
hem op de achterste steun (19) en span hem
zorgvuldig.
- Sluit het verlengsnoer aan op de stroom.
4. GEBRUIK
STARTEN EN STOPPEN (FIG. 7)
STARTEN:
- Neem een veilige en stevige positie in en contro-
leer of het snijwerktuig de grond niet raakt en ook
geen andere voorwerpen raakt.
- Houd het achterste handvat (22) goed vast; op
die manier drukt u automatisch de veiligheidsborg
(23) in; pak daarna het voorste handvat (3) goed
vast en druk de AAN/UIT-schakelaar (24) in.
STOP:
- Laat de AAN/UIT-schakelaar (24) los.
ATTENTIE: Na het uitschakelen blijft het
snijwerktuig nog een bepaalde tijd bewe-
gen; houd de beide handvaten goed vast
totdat het snijwerktuig volledig tot stilstand
gekomen is.
GEBRUIK VAN DE DRAAGRIEM (FIG. 8)
De machine is bedoeld voor gebruik op de
rechterheup van de gebruiker.
NL
33