Afb. 6: Invulflitsen bij daglicht (links zonder, rechts met flits)
8.1 Invulflitsen
In de camerafuncties „Program" (P), c.q. „Volpro-
gram" wordt de tijd-diafragmacombinatie door het
meetsysteem in de camera automatisch zo gere-
geld, dat bij tegenlicht het gebruik van de meca-
blitz leidt tot een uitgebalanceerde opheldering
van de schaduwpartijen. Het zou echter ook kun-
nen, dat de camera voldoende omgevingslicht
meet en de ontstekingsblokkering (zie bladz. 99)
in werking treedt. Let op de betreffende aandui-
dingen in de zoeker. Details hierover vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de camera.
8. Flitstechnieken en flitsfuncties
101
Met de invulflits kunt u lastige schaduwen weg-
werken en bij tegenlichtopnamen een uitgebalan-
ceerde belichting verkrijgen. Het computer-
gestuurde meetsysteem van de camera kiest de
belichtingstijd, het werkdiafragma en het flitsver-
mogen automatisch zo, dat zowel het hoofdonder-
werp als ook de achtergrond uitgebalanceerd wor-
den belicht.
8.2 Belichtingscorrectie
Sommige camera's bieden de mogelijkheid, de
TTL-belichtingsrefeling te beïnvloeden. Daarbij
kunnen op de camera correctiewaarden van tot +
/ - 3 stops ( in derden, c.q. halve stops ) worden
voorgekozen.
Vergeet niet, deze functie weer uit te schakelen.
Details vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw
camera.