Technische specificaties
Toegestane materiaalwerkdruk
Grootte van de sproeieropening
Gewicht
Inlaatopening
Maximale materiaaltemperatuur
Vochtige delen
Lawaainiveau*
- Geluidsvermogen
- Geluidsdruk
* Gemeten op 1 m afstand bij spuiten van materiaal op waterbasis met een relatieve
dichtheid van 1,36 door een sproeikop 517 bij 207 bar conform ISO 3744.
Installatie
Drukontlasting
Volg de instructies voor de drukontlasting op, wanneer u dit symbool ziet.
Deze apparatuur blijft onder druk staan totdat de druk handmatig wordt ontlast. Om
ernstig letsel veroorzaakt door vloeistof onder druk, zoals injectie door de huid of opspat-
tende vloeistof te voorkomen, dient u de Drukontlastingsprocedure steeds te volgen als u
stopt met spuiten en vóór reiniging, inspectie of onderhoud aan de apparatuur.
1. Zet het spuitapparaat op OFF (uit).
2. Zet de trekker op de veiligheidspal. Zet de trekker altijd op de veiligheidspal als u
ophoudt met spuiten om te voorkomen dat het pistool onverwachts wordt geactiveerd.
3. Draai de drukregelingsknop naar de laagste stand.
4. Plaats de afvoerbuis in een afvalemmer en plaats het vul-/spuitventiel in de VUL-
stand (afvoer) om de druk te ontlasten.
5. Houd het pistool stevig tegen een emmer. Richt het pistool in de emmer. Haal de
trekker van de veiligheidspal en druk de trekker van het pistool in om de druk te ontla-
sten.
248 bar
3,18 mm
163 g
1/4 npsm swivel
49 ° C
roestvrij staal, polyurethaan, nylon, aluminium,
wolfraamcarbide, oplosmiddelbestendig
elastomeren, messing
87 dBa
78 dBa
19
Vertaling van de originele handleiding